18
6.0 Gebruik van lichtsterktemeter en positioneerhulp
6.1 Foto-elektrische
lichtsterktemeter
Met de foto-elektrische
lichtsterktemeter kan na het
afstellen van de koplampen
worden gecontroleerd, of de
maximaal toegestane
luxwaarde van het dimlicht
niet wordt overschreden en of
de minimale
verlichtingssterkte van het
groot licht wordt bereikt resp.
de maximale
verlichtingssterkte niet worden
overschreden.
Draaiknop met schaalverdeling
instellen volgens afsteltabel.
Luxmeter:
a) Dimlicht:
Toets van de lichtsterktemeter
indrukken en waarde aflezen.
Richtwaarden:
Koplampen < =1,2 lux
b) Groot licht:
Toets van de lichtsterktemeter
indrukken en waarde aflezen.
Richtwaarden:
48 – 240 lux voor
halogeenkoplampen of
reguliere koplampen.
70 – 180 lux voor
xenonkoplampen.
De lichtwaarden voor
gecombineerde koplampen met
meerdere geïntegreerde
lichtmodules moeten op basis
van de verschillende
instelmogelijkheden volgens de
aanwijzingen van de
voertuigfabrikant worden
beoordeeld.
Voor het controleren van de
lichtwaarden moeten de
koplampen visueel worden
gecontroleerd.
Wanneer deze waarden niet
worden bereikt, zijn de
mogelijke storingsoorzaken
als volgt: