Instelling
Pompcurve
II
Toerental II
I
Toerental I
Functie
De ALPHA2 L draait op een constant toerental en daardoor op een
constante curve.
In toerental II is de pomp ingesteld om onder alle omstandigheden
op een middelmatige curve te draaien. Zie afb. 13.
De ALPHA2 L draait op een constant toerental en daardoor op een
constante curve.
In toerental I is de pomp ingesteld om onder alle omstandigheden
op een min. curve te draaien. Zie afb. 13.
21