6
|
Installatie
6.8 De elektrische bedrading aansluiten
6.8.1 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van elektrische bedrading
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
78
OPMERKING
De geldende wetgeving met betrekking tot gefluoreerde broeikasgassen vereist dat
de koelmiddelvulling van de unit wordt aangegeven zowel in gewicht als in CO
equivalent.
Formula om de hoeveelheid in CO
koelmiddel × totale koelmiddelvulling [in kg] / 1000
Neem de GWP-waarde van het label voor bijvullen van koelmiddel. Die GWP is
gebaseerd op de actuele wetgeving over gefluoreerde broeikasgassen. De GWP in de
handleiding is mogelijk achterhaald.
2 Bevestig het label op de binnenkant van de buitenunit naast de gas- en
vloeistofafsluiters.
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
WAARSCHUWING
Alle lokale bedrading en componenten MOETEN worden geïnstalleerd door een
erkend elektricien en MOETEN voldoen aan de geldende wetgeving.
WAARSCHUWING
In de vaste bedrading moet een hoofdschakelaar of een ander middel om uit te
schakelen worden voorzien als dit nog NIET in de fabriek werd voorzien; deze
schakelaar MOET worden geïnstalleerd in de vaste bedrading en dient het contact
van alle polen volledig te verbreken en te voldoen aan de vereisten van de
overspanning-categorie-III-specificatie wanneer hij open staat.
WAARSCHUWING
▪
Gebruik ALLEEN koperdraden.
▪
Alle lokale bedrading moet voldoen aan de geldende wetgeving.
▪
Alle lokale bedradingen MOETEN conform met het product meegeleverd
bedradingsschema worden uitgevoerd.
▪
Knijp NOOIT gebundelde kabels samen en controleer of ze NIET met leidingen of
scherpe randen in contact (kunnen) komen. Zorg dat er geen externe druk wordt
uitgeoefend op de klemaansluitingen.
▪
Vergeet niet aarddraden te leggen. Aard de unit NIET via een nutsleiding, een
piekspanningsbeveiliging of de aarding van de telefoon. Een onvolledige aarding
kan een elektrische schok veroorzaken.
▪
Gebruik hiervoor een aparte voedingskring. Gebruik NOOIT een elektrische
voeding die met een ander toestel gedeeld wordt.
▪
Installeer zeker de vereiste zekeringen of stroomonderbrekers.
▪
Plaats zeker een aardlekschakelaar. Anders bestaat het gevaar dat iemand een
elektrische schok krijgt of dat er brand ontstaat.
▪
Wanneer u de aardlekbeveiliging plaatst, controleer of deze met de inverter
compatibel is (bestand tegen hoogfrequente elektrische ruis), zodat de
aardlekbeveiliging zich niet onnodig opent.
-equivalent te berekenen: GWP-waarde
2
RYYQ+RYMQ+RXYQ8~20U7Y1B
-
2
VRV IV+ warmtepomp
4P546228-1A – 2019.10