83299944 1/2019-02 La
Montage- en bedieningsvoorschrift
Gasbrander WG30.../1-C ZM-LN
4 Montage
4.1 Montagevoorschriften
Brandertype en werkingsgebied
Brander en warmtegenerator moeten op elkaar afgestemd zijn.
Brandertype en branderbelasting controleren.
Opstellingsruimte
Voor de montage ervoor zorgen dat:
de ruimte voor de normale positie en servicepositie volstaat [hfst. 3.4.7];
de luchttoevoer voor de verbrandingslucht voldoende is, evt.
buitenluchtaanzuiging monteren.
Warmtegenerator voorbereiden
De bemetseling 3 mag niet verder komen dan de voorkant van de vlamkop. De
bemetseling mag wel conisch (min 60°) verlopen.
Bij warmtegeneratoren met watergekoeld front kan, voor zover de ketelfabrikant
geen andere voorschriften hanteert, de bemetseling vervallen.
Na de montage, ringspleet 4 tussen vlamkop en bemetseling met onbrandbaar,
elastisch isolatiemateriaal opvullen. Ringspleet niet dichtmetselen.
Voor warmtegeneratoren met zeer diepe voorplaat, deur of warmtegeneratoren met
omkeervlam is een vlamkopverlenging nodig. Hiervoor zijn verlengingen van 100,
200 en 300 mm verkrijgbaar. Maat 2 verandert overeenkomstig de gebruikte
verlenging.
1
4
3
2
1 Flensdichting
2 166 mm
3 Bemetseling
4 Ringspleet
21-124
60°
4 Montage
M8
45°
130 mm
170 ... 186 mm