9
112 |
Bijlagen
Bijlage 1
1.
De radio schakelt niet in.
Er kan een zekering gesprongen zijn of er gaat geen spanning naar
de transceiver.
Controleer of de voedingskabel ergens is afgesneden, gebroken of
bekneld.
Controleer eerst de bedrading en vervang dan de 10 A zekering.
Controleer de accuspanning. Dit moet ten minste 10,5 V zijn.
2.
De transceiver laat de zekering springen als de voeding wordt
ingeschakeld.
De voedingskabels kunnen zijn verwisseld.
Controleer of de rode draad is aangesloten op de positieve accu-
klem en de zwarte draad is aangesloten op de negatieve accuklem.
3.
De luidspreker maakt een kloppend of gierend geluid als de motor
van het vaartuig loopt.
Er kan elektrische ruis interfereren met de transceiver.
Leid de voedingskabels weg van de motor.
Zet een ruisonderdrukker op de voedingskabel.
Gebruik bougiekabels met weerstand en/of gebruik een ruisfilter op
de dynamo.
4.
Geen geluid uit de externe luidspreker.
Controleer of de externe luidspreker is ingeschakeld bij de installatie.
Zie "Externe luidspreker" op pagina 92.
Controleer of de kabel van de externe luidspreker fysiek is
aangesloten.
Controleer de soldering van de externe luidsprekerkabel.
5.
Verzendingen zijn altijd op laag vermogen, ook als hoog (HI)
vermogen is geselecteerd.
De antenne kan defect zijn.
Test de transceiver met een andere antenne.
Controleer de antenne.
Bijlagen |
RS90S Gebruikershandleiding
- Problemen oplossen