Opmerking: De speling moet ongeveer een
potlooddikte zijn (6 mm). Als de speling groter is,
maak dan de moer van de kabelklem los, schuif de
kabelbehuizing een beetje naar boven, draai de moer
van de kabelklem opnieuw vast, en controleer de
speling nogmaals.
6. Herhaal stappen 2 tot en met 5 voor de andere kabel.
3
De tractieregelaar monteren
Geen onderdelen vereist
Procedure
1. Verwijder de R-pen en de ring uit het onderste uiteinde
van de bedieningsstang van de toerenregelaar. Steek dit
uiteinde in de onderste verbindingsarm. Het gebogen
uiteinde van de bedieningsstang van de toerenregelaar
moet naar achteren gericht zijn (Figuur 10).
Figuur 10
2. Bevestig het onderste uiteinde van de bedieningsstang
van de toerenregelaar met de ring en de R-pen die u
eerder verwijderd hebt.
3. Verwijder de R-pen en de buitenste ring van de draaipen
aan het bovenste uiteinde van de bedieningsstang van
de toerenregelaar (Figuur 11).
Figuur 9
1. Toerentalhendel
2. Draaipen
Opmerking: Laat de platte ring op de draaipen zitten
om de montage gemakkelijker te maken (Figuur 11).
4. Schakel de toerentalhendel in de stand R2.
5. Draai de onderste verbindingsarm volledig naar boven
(linksom) (Figuur 12).
6. Til de bedieningsstang van de toerenregelaar op en
steek de draaipen in de opening in de toerentalhendel
(Figuur 11).
Opmerking: Als de draaipen niet in de opening past
als u de bedieningsstang van de toerenregelaar optilt,
moet u de draaipen naar boven of beneden draaien
op de bedieningsstang van de toerenregelaar tot de
draaipen past.
7. Bevestig de draaipen en het bovenste uiteinde van de
bedieningsstang van de toerenregelaar met de buitenste
ring en een R-pen die u eerder verwijderd hebt.
9
Figuur 11
3. Binnenste ring
4. Buitenste ring
Figuur 12