2
De uiteinden van de
wielkoppelingskabel
aanbrengen
Geen onderdelen vereist
Procedure
1. Maak de kabeluiteinden los van de onderste handgreep
(Figuur 5).
2. Leid het linker- of rechterkabeluiteinde over de
onderste handgreep en steek het uiteinde in de
opening van de overeenkomende wielkoppelingshendel
(Figuur 6).
Figuur 4
Figuur 5
1. Wielkoppelingshendel
3. Verwijder de moer en ring van de handgreep, bevestig
de kabelklem van de kabel aan de handgreep, monteer
de ring en de moer, en draai de moer handmatig aan
(Figuur 7).
1. Kabelklem (2)
Belangrijk: Zorg ervoor dat de gebogen zijde
van de kabelklem tegen de handgreep zit en dat
de kabel onder de klembout loopt. De kabel
moet in een rechte lijn lopen van de kabelklem
naar het punt waar hij bevestigd wordt aan de
wielkoppelingshendel.
4. Trek de kabelbehuizing voorzichtig naar beneden tot
de wielkoppelingshendel zo ver mogelijk naar beneden
wijst en de kabel gespannen is. Maak dan de moer van
de kabelklem vast (Figuur 8).
5. Duw de hendel volledig in en controleer de vrije ruimte
tussen de onderkant van de handgreep en het uiteinde
van de wielkoppelingshendel (Figuur 9).
8
Figuur 6
Figuur 7
Figuur 8