Vóór onderhoudswerkzaam-
heden
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
3. Koppel de bougiekabel af. Zie Vervangen van de
bougie.
Motoroliepeil controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dage-
lijks—Controleer het oliepeil van
de motor en voeg olie toe indien nodig.
1. Verwijder de peilstok uit de buis en veeg deze schoon.
Schuif daarna de peilstok weer helemaal terug.
2. Haal de peilstok eruit en controleer het oliepeil
(Figuur 41). Als de olie niet tot de markering Bijvullen
op de peilstok reikt, voeg dan olie toe. Zie het
hoofdstuk Motorolie bijvullen.
De glijders controleren en
instellen
Onderhoudsinterval: Jaarlijks—Controleer de glijders en
stel ze indien nodig af.
Controleer de glijders; de boor mag de verharde ondergrond
of het grind niet raken. Stel de glijders af zoals vereist om
slijtage te compenseren.
1. Controleer de bandenspanning. Zie het hoofdstuk
Bandenspanning controleren.
2. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
3. Draai de moeren waarmee de beide glijders aan
de zijkant van de boor bevestigd zijn los tot de
glijders gemakkelijk naar boven en beneden bewegen
(Figuur 42).
Figuur 41
1. Glijder
4. Duw de handgrepen naar beneden zodat de
kantelschraper volledig naar voren kan. Zet dan
de voorkant van de machine op de grond zodat
de voorrand van de kantelschraper de grond raakt
(Figuur 43).
1. Kantelschraper
5. Laat de glijders zakken tot ze tegen de grond komen.
Opmerking: Als u op een egale ondergrond gaat
werken, kunt u de glijders een beetje hoger zetten om
de schraper harder te laten werken. Zet de glijders wel
ver genoeg naar beneden om te voorkomen dat de
rotorbladen de grond raken.
Opmerking: We raden af om de kantelschaper
van de machine op een ondergrond met grind te
gebruiken.Als het noodzakelijk is om de machine op
grind te gebruiken, stel de glijders dan lager af om te
voorkomen dat de kantelschraper steentjes opneemt.
6. Draai de moeren waarmee de glijders aan de zijkant
van de boor zitten stevig vast.
Opmerking: Als de glijders versleten zijn, kunt u ze
omkeren met de ongebruikte zijde naar de grond.
De tractiekabel controleren en
afstellen
Onderhoudsinterval: Na de eerste 2 bedrijfsu-
ren—Controleer de tractiekabel en
stel deze af indien nodig.
22
Figuur 42
Figuur 43