Stalling
WAARSCHUWING
• Benzinedampen kunnen tot ontploffing komen.
• Bewaar benzine niet langer dan 30 dagen.
• Stal de machine nooit in een afgesloten ruimte
in de nabijheid van open vuur.
• Laat de motor afkoelen voordat u de machine
stalt.
Voorbereidingen voor stalling
1. Als u de tank voor de laatste keer van het seizoen vult,
moet u een stabilizer toevoegen aan de verse benzine
volgens de voorschriften van de fabrikant.
2. Laat de motor 10 minuten lopen om de brandstof
met de toegevoegde stabilizer/conditioner door het
brandstofsysteem te verspreiden.
3. Maak de slangklem waarmee de brandstofleiding aan
de klep is bevestigd los. Schuif de brandstofleiding van
de brandstofklep.
4. Open de brandstofklep en laat de brandstof uit de
brandstoftank in een geschikt brandstofvat lopen.
5. Monteer de brandstofleiding op de brandstofklep en
bevestig met een slangklem.
6. Laat de motor lopen totdat hij afslaat door gebrek aan
benzine.
7. Gebruik de hulpstarter en start de motor nogmaals.
8. Laat de motor lopen totdat deze afslaat. Als de motor
niet meer wil starten, is de benzine voldoende verbruikt.
9. Schakel de motor uit en laat hem afkoelen.
10. Verwijder het contactsleuteltje.
11. Koppel de bougiekabel af.
12. Verwijder de bougie, giet 30 ml olie in de
bougieopening en trek verschillende keren langzaam
aan het startkoord om de olie over de cilinderwand te
verspreiden teneinde corrosie in de stallingsperiode te
voorkomen.
13. Monteer de bougie zonder deze vast te draaien.
14. U moet ongebruikte brandstof op de juiste wijze
afvoeren. Voer deze brandstof af volgens de plaatselijk
geldende voorschriften of gebruik deze voor uw auto.
Opmerking: Bewaar gestabiliseerde benzine niet
langer dan 90 dagen.
15. Reinig de machine grondig.
16. Herstel afgeschilferde verf met verf van een erkende
servicedealer. Schuur de betreffende plaatsen voordat
u gaat verven, en gebruik een roestwerend middel om
te voorkomen dat de metalen onderdelen gaan roesten.
17. Draai alle losse borgmoeren, bouten en schroeven goed
aan. Vervang of herstel beschadigde onderdelen.
18. Dek de machine af en stal ze op een schone, droge
plaats buiten het bereik van kinderen. Laat de motor
afkoelen voordat u de maaimachine in een afgesloten
ruimte stalt.
De maaimachine uit de stalling
halen
1. Verwijder de bougie en draai de motor snel rond met
behulp van het startkoord om overtollige olie uit de
cilinder te verwijderen.
2. Monteer de bougie handmatig en draai ze vast met een
torsie van 20,4 Nm.
3. Sluit de kabel aan op de bougie.
4. Voer de jaarlijkse onderhoudsprocedures in het
Aanbevolen onderhoudsschema uit.
26