s SCHADUWTINT
s
SCHADUWTINT
Pas het uiterlijk van schaduwen aan.
h
h RUISONDERDRUKKING
RUISONDERDRUKKING
Verminder ruis in foto's die bij hoge gevoeligheden zijn genomen.
K L BEL. RO
K
L BEL. RO
Selecteer AAN om spikkels in lange tijdopnamen te verminderen (P 42, 44).
K AANGEP. INSTELLEN
K
AANGEP. INSTELLEN
Sla instellingen op voor P-, S-, A- en M-stand (P 45).
F FUNCTIE-INS. (Fn)
F
FUNCTIE-INS. (Fn)
Kies de functie die wordt vervuld door de Fn-knop (P 65).
v DISP. INST. OP MAAT
v
DISP. INST. OP MAAT
Kies de items die worden weergegeven in het LCD-scherm wanneer de indicators voor AANGEPAST worden geselecteerd.
1
Druk op DISP/BACK tot de indicators voor AANGEPAST worden weergegeven (P 19).
2
Selecteer v DISP. INST. OP MAAT in het opnamemenu.
3
Druk op de selectieknop omhoog of omlaag om de opties te markeren en druk op MENU/OK om te selecteren of de selectie on-
gedaan te maken. De volgende opties kunnen worden weergegeven: rasterweergave (u kunt ook het rastertype selecteren, zoals
beschreven op pagina 74), scherpstelafstand (automatisch of handmatig), histogram, belichting (sluitertijd, diafragma en gevoelig-
heid), belichtingscompensatie/belichtingsindicator, lichtmeting, fl itsstand, witbalans, fi lmsimulatie, dynamisch bereik, resterende
aantal opnames, beeldformaat en -kwaliteit en batterijniveau. Raadpleeg pagina 6 – 7 voor de locaties van deze items in de scher-
men.
4
Druk DISP/BACK om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
5
Druk DISP/BACK opnieuw om terug te keren naar de AANGEPASTE weergave.
De menu's gebruiken: Opnamestand
73