Probleem
Probleem
Er is een verkeerd onderwerp
Er is een verkeerd onderwerp
Het geselecteerde onderwerp is dichter bij het midden van het beeld dan het hoofdonderwerp. Pas de compositie van
Het geselecteerde onderwerp is dichter bij het midden van het beeld dan het hoofdonderwerp. Pas de compositie van
geselecteerd.
geselecteerd.
de foto aan of schakel gezichtsdetectie uit en kadreer de foto met behulp van scherpstelvergrendeling (P
de foto aan of schakel gezichtsdetectie uit en kadreer de foto met behulp van scherpstelvergrendeling (
• • De fl itser kan niet worden gebruikt bij de huidige instellingen
De fl itser kan niet worden gebruikt bij de huidige instellingen: Zie de lijst met instellingen die met de fl itser kunnen
worden gebruikt (P
worden gebruikt (
• • De fl itser is omlaag
De fl itser is omlaag: Zet de fl itser omhoog (
De fl itser fl itst niet.
De fl itser fl itst niet.
• • De batterij is leeg
De batterij is leeg: Laad de batterij op (
• • De camera bevindt zich in de stand bracketing of continu
De camera bevindt zich in de stand bracketing of continu: Selecteer de enkele-fotostand (
• • De camera bevindt zich in de stille stand
De camera bevindt zich in de stille stand: Schakel de stille stand uit (
Sommige fl itsstanden zijn
Sommige fl itsstanden zijn
De camera bevindt zich in de stille stand. Schakel de stille stand uit (
De camera bevindt zich in de stille stand. Schakel de stille stand uit (P
niet beschikbaar.
niet beschikbaar.
• • Het onderwerp bevindt zich buiten het bereik van de fl itser
Het onderwerp bevindt zich buiten het bereik van de fl itser: Plaats het onderwerp binnen het bereik van de fl itser
Het onderwerp wordt niet
Het onderwerp wordt niet
( ( P
P 128).
volledig door de fl itser
volledig door de fl itser
• • Het venster van de fl itser wordt afgedekt
Het venster van de fl itser wordt afgedekt: Houd de camera op juiste wijze vast (
verlicht.
verlicht.
• • De sluitertijd is korter dan
De sluitertijd is korter dan
• • De lens is vuil
De lens is vuil: Maak de lens schoon (
• • De lens wordt geblokkeerd
De lens wordt geblokkeerd: Houd voorwerpen uit de buurt van de lens.
De foto's zijn onscherp.
De foto's zijn onscherp.
• • s
s verschijnt tijdens het fotograferen en het scherpstelframe wordt rood
opname maakt (
opname maakt (P
• • k
k wordt weergegeven tijdens het fotograferen
• • De sluitertijd is lang en de omgevingstemperatuur is hoog
De sluitertijd is lang en de omgevingstemperatuur is hoog: Dit is normaal en duidt niet op een defect.
De foto's hebben spikkels.
De foto's hebben spikkels.
• • De camera werd lange tijd gebruikt bij hoge temperaturen of er wordt een temperatuurwaarschuwing weergegeven
De camera werd lange tijd gebruikt bij hoge temperaturen of er wordt een temperatuurwaarschuwing weergegeven: :
Schakel de camera uit en wacht tot hij is afgekoeld.
Schakel de camera uit en wacht tot hij is afgekoeld.
• • u
u CONTINU AF
Geluiden van de camera wor-
Geluiden van de camera wor-
( ( P
P 76).
den opgenomen met fi lms.
den opgenomen met fi lms.
• • Zoom werd aangepast tijdens het fotograferen
Zoom werd aangepast tijdens het fotograferen: Pas zoom niet aan tijdens het fotograferen.
• • Intelligente gezichtsdetectie is aan
Intelligente gezichtsdetectie is aan: Schakel Intelligente gezichtsdetectie uit (
P 135).
135).
: Zet de fl itser omhoog (P
: Laad de batterij op (P
128).
/
s s: Selecteer een langere sluitertijd (
: Selecteer een langere sluitertijd (P
: Maak de lens schoon (P
: Houd voorwerpen uit de buurt van de lens.
verschijnt tijdens het fotograferen en het scherpstelframe wordt rood: Controleer de scherpstelling voordat u de
P 22).
22).
wordt weergegeven tijdens het fotograferen: Gebruik de fl itser of plaats de camera op een statief (
is geselecteerd voor W
CONTINU AF is geselecteerd voor
76).
: Schakel Intelligente gezichtsdetectie uit (P
Oplossing
Oplossing
: Zie de lijst met instellingen die met de fl itser kunnen
P 27).
27).
P 12) of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (
12) of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (P
: Selecteer de enkele-fotostand (P
P 4). 4).
: Schakel de stille stand uit (P
P 4). 4).
: Plaats het onderwerp binnen het bereik van de fl itser
: Houd de camera op juiste wijze vast (P
P 28, 42, 44).
28, 42, 44).
P xi). xi).
: Gebruik de fl itser of plaats de camera op een statief (P
: Dit is normaal en duidt niet op een defect.
W FILM SET-UP
FILM SET-UP > > SCHERPSTELMODUS
SCHERPSTELMODUS: Selecteer
: Pas zoom niet aan tijdens het fotograferen.
Problemen en oplossingen
P 54).
P 13).
13).
P 59).
59).
P 22).
22).
: Controleer de scherpstelling voordat u de
P 121).
: Selecteer r
r AF (CENTRUM)
AF (CENTRUM)
P 75).
75).
54).
121).
117