De instelschijven
De instelschijven
De functies vervuld door de instelschijven variëren zoals hieronder aangeduid.
Lens
Lens
Diafragmaring
Diafragmaring
Ja Ja
Nee
Nee
Hoofdinstelschijf
Hoofdinstelschijf
Ja Ja
Nee
Nee
Secundaire instel-
Secundaire instel-
schijf
schijf
1 Als de lens met een standenschakelaar is uitgerust, selecteer Z.
2 Gebruik diafragmaring om diafragma aan te passen.
Dia-
Dia-
P (programma AE;
P (programma AE;
P
P 41)
S (sluiter AE; P
fragma
fragma
41)
S (sluiter AE;
A A
1 1
Overige
Overige
Belichtingscompensatie
Belichtingscompensatie
— —
A A
1 1
Overige
Overige
Programmaver-
Programmaver-
schuiving
schuiving
— —
Stand
Stand
A (diafragma AE;
A (diafragma AE;
P 42)
P 43)
P
42)
43)
Diafragma
Diafragma
Sluitertijd
Sluitertijd
Diafragma
Diafragma
M (handmatig;
M (handmatig;
Afspelen
Afspelen
P 44)
P
( ( P
P 23)
44)
Sluitertijd
Sluitertijd
Foto vooruit
Foto vooruit
2 2
— —
Afspeelzoom/
Afspeelzoom/
miniatuurweer-
miniatuurweer-
gave
gave
23)
125