S
S GEAVANCRD SR AUTO
GEAVANCRD SR AUTO
Wanneer de standknop naar S wordt gedraaid, optimaliseert de camera automa-
tisch de instellingen zodat ze passen bij het onderwerp.
Het onderwerp wordt aangeduid door een pictogram in het scherm.
a AUTO
x HEMEL
c LANDSCHAP
z HEMEL & GEBLADERTE
d NACHT
g TEGENLICHTPORTRET
h NACHT (STAT.)
a PORTRET&BEWEGING
e MACRO
u STRAND
v ZONSOPKOMST
w SNEEUW
Q De geselecteerde modus kan verschillen afhankelijk van de opnameomstandigheden. Als de stand en het onder-
werp niet overeenkomen, selecteer de P of kies SP (P 39) en selecteer handmatig een scène.
y GEBLADERTE
d PORTRET
c BEWEGEND VOORWERP
b TEGENLICHTPORTRET&BEWEGING
Opnamestand
h
35