Het instellingenmenu
I SCHERPSTELRING
I
SCHERPSTELRING
Kies de richting waarin de scherpstelring moet worden gedraaid om de scherpstelafstand te veranderen.
Z
Z STROOMBEHEER
STROOMBEHEER
Pas de instellingen voor stroombeheer aan.
Optie
Optie
Kies de tijdsduur alvorens de camera automatisch uitschakelt wanneer er geen bewerkingen worden uitge-
voerd. Kortere tijden verhogen de gebruiksduur van de batterij; als UIT is geselecteerd, moet de camera hand-
UITSCHAKELEN
UITSCHAKELEN
matig worden uitgeschakeld. Let op dat in sommige gevallen de camera automatisch uitschakelt, zelfs wanneer
UIT is geselecteerd.
Selecteer AAN om de benodigde tijd voor het herstarten van de camera te verminderen nadat deze werd
SNELST
SNELST
uitgeschakeld (P 17).
B NUMMERING
B
NUMMERING
Nieuwe foto's worden opgeslagen in bestanden waarvan de bestandsnamen beginnen met een viercijferig be-
standsnummer dat telkens met één wordt verhoogd. Tijdens het afspelen wordt het bestandsnummer weerge-
geven, zoals de afbeelding rechts laat zien. B NUMMERING regelt of de bestandsnummering wordt teruggezet
op 0001 wanneer een nieuwe geheugenkaart is geplaatst of de huidige geheugenkaart is geformatteerd.
Optie
Optie
De nummering gaat verder vanaf het laatst gebruikte bestandsnummer of het eerst beschikbare bestandsnum-
CONTINU
CONTINU
mer, om het even welke het hoogst is. Kies deze optie om het aantal foto's met dubbele bestandsnamen te
verminderen.
De nummering wordt teruggezet op 0001 als een nieuwe geheugenkaart is geplaatst of het geheugen is
RESET
RESET
geformatteerd.
R Wanneer het framenummer de waarde 999-9999 bereikt, wordt de ontspanknop geblokkeerd (P 122).
R R RESET (P 84) stelt B NUMMERING in op CONTINU zonder de bestandsnummering opnieuw in te stellen.
R Framenummers van foto's kunnen verschillen wanneer deze met andere camera's zijn gemaakt.
86
Beschrijving
Beschrijving
Beschrijving
Beschrijving
Framenummer
100-0001
Map-
Bestands-
nummer
nummer