7. Zet de schakelaar van de maaiaandrijving op uit en
zet de motor af zodra u de cilinders niet meer hoort
slijpen.
8. Reinig de messen vervolgens grondig en stel de
cilinders juist af ten opzichte van de onderste messen.
Controleer dit met een stukje papier, dat over de
gehele lengte van de messen netjes moet kunnen
worden afgesneden als u de cilinders handmatig
ronddraait.
9. Als het wetresultaat onvoldoende is, herhaal dan
stappen 2 t/m 8.
10. Verwijder alle resten van carborundumpasta van de
cilinders en de onderste messen en was ze schoon.
Slijpen maaidek
Het is noodzakelijk om snijvlakken van de spiraalmessen
van de cilinders of snijvlakken van de onderste messen
die erg bot zijn geworden of vervormd te slijpen.
Onderste messen die ernstig versleten zijn, dienen te
worden vervangen. De nieuwe messen moeten voor
montage geslepen worden op hun houders, raadpleeg
Vervanging onderste mes maaidek (bladz. 52). Als het
nodig is om de messen te slijpen is het essentieel dat
dit tegelijk gebeurt bij de cilinders en onderste messen.
De enige uitzondering op deze regel is wanneer een
nieuwe cilinder wordt aangebracht. In dat geval hoeft
alleen het onderste mes geslepen te worden. Het slijpen
dient te worden gedaan door uw erkende dealer op een
hoogwaardige, goed onderhouden slijpmachine speciaal
voor cilinders/onderste messen
Vervanging onderste mes
maaidek
1. Verwijder de houder van het onderste mes door de
drie stelbouten aan ieder uiteinde te verwijderen en
hem uit het maaidek te nemen.
2. Verwijder het versleten mes en gooi de verzonken
schroeven en borgmoeren weg.
3. Plaats het nieuwe mes in de houder en maak het vast
met de nieuwe verzonken schroeven en borgmoeren.
4. Draai de middelste bouten aan tot 40 Nm.
5. Draai vervolgens de overige bouten vast met dezelfde
torsie en werk daarbij vanuit het midden richting de
uiteinden van het mes.
6. Het nieuwe mes moet eerst goed vastzitten in de
houder voordat deze wordt teruggeplaatst in de
maaidekken. Pas de stand van de maaicilinder aan
om voldoende ruimte te maken om de houder met
het nieuwe mes te monteren.
7. Bevestig de houder met het mes aan de maaidekken
met behulp van de oorspronkelijke stelbouten en
draai ze vast met een torsie van 35 Nm.
8. Stel de cilinder ten slotte af op
het onderste mes. Raadpleeg
Afstelling van de maaidekcilinder t.o.v. onderste mes (bladz. 50
1. Hefpunt linksvoor
2. Hefpunt rechtsvoor
De maaimachine opheffen van
de grond
WAARSCHUWING
Als de maaimachine is opgeheven van de grond,
mag u:
• NOOIT onder de machine kruipen.
• De motor NOOIT starten.
Belangrijk: Voordat u de maaier tilt, dient u
ervoor te zorgen dat de hefinstallatie in goede staat
verkeert en deze het gewicht van de maaimachine
veilig kan ondersteunen. Minimum hefvermogen
2000 kg (2 ton).
1. Parkeer de maaier op een horizontaal oppervlak.
2. Stel de parkeerrem in werking.
3. Zet de motor af en verwijder het contactsleuteltje.
4. Zorg ervoor dat de grond onder de hefinstallatie
vlak en stevig is.
52
1
2
G0144447
3
Figuur 71
3. Hefpunt achteraan