Onderhouden remmen
De maaimachine slepen
Controleer of het sleepvoertuig voldoende remvermogen
heeft om de gezamenlijke voertuigmassa tot stilstand te
brengen, en deze te allen tijde volledig onder controle
kan houden. Zet het sleepvoertuig op de handrem. Zet
blokjes achter de voorwielen van de maaimachine om te
voorkomen dat deze wegrolt.
U stelt de schijfremmen van de voorwielmotor als
volgt buiten bedrijf:
1. Bevestig een stijve sleepstang tussen het trekoog op
de maaimachine en een geschikt sleepvoertuig.
2. Ga naar de schijfrem van de rechter voorwielmotor
en verwijder de zeskantige plug.
3. Zoek de M12 x 40 stelschroef onder het
bestuurderplatform. Er bevindt zich één in elke
draagrail van het platform.
4. Steek een M12 x 40 mm lange stelschroef met ring
door de remuitzetstang in het gat in het midden van
de zijkant van de motor.
5. Draai de stelschroef vast in het draadgat in de
remzuiger totdat de rem is uitgezet (Figuur 58).
Figuur 58
1. Zeskantige stop - 950639
6. Ga naar de remschijf op de linker voorwielmotor en
herhaal bovenstaande procedure (Figuur 59).
1. Zeskantige stop - 950639
2. Ring M12 - 09485
7. Schakel het hydraulische bedrijfsremsysteem uit door
de omloopklep onder de transmissiepomp maximaal
drie slagen linksom te draaien.
De maaimachine moet met de hand worden bestuurd
als de machine wordt gesleept. De besturing zal
zwaar aanvoelen omdat deze niet hydraulisch wordt
bekrachtigd als de motor is afgezet (Figuur 60).
1
g014448
1. Transmissiekleppen omloopleiding
8. De maaimachine staat nu in de vrijloop en kan met
een lage snelheid over een korte afstand worden
gesleept. Verwijder de wielblokken voordat u de
machine sleept.
45
1
2
G014449
Figuur 59
3. Stelschroef M12 x 40 -
ZDH1L040U
1
G014450
Figuur 60
3