VOORZICHTIG
Als de motor heeft gelopen, kan de hete
koelvloeistof, die onder druk staat, ontsnappen
indien de radiateurdop wordt verwijderd. Dit kan
brandwonden veroorzaken.
• Laat de motor afkoelen voordat u de
radiateurdop opent.
• Verwijder de radiateurdop nooit als de motor
loopt.
• Gebruik een doek als u de radiateurdop
verwijdert en draai de dop langzaam open om
de stoom te laten ontsnappen.
Het koelsysteem bevat een mengsel met een
50/50 verhouding van water en permanente
ethyleenglycol-antivries.
1. Verwijder dagelijks het vuil van de radiateur,
de oliekoeler en de voorkant van de radiateur.
Vaker reinigen bij extreem stoffige en vuile
omstandigheden. Zei het hoofdstuk Vuil
verwijderen uit het koelsysteem in Onderhoud.
2. Verwijder de dop van de radiateur.
3. De koelvloeistof moet tot 30 à 40 mm onder de
bovenkant van de vulbuis komen.
Figuur 25
Brandstof bijvullen
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Om de 500 bedrijfsuren
Gebruik uitsluitend schone, verse dieselbrandstof
met een laag (<500 ppm) of ultralaag (<15 ppm)
zwavelgehalte. Het cetaangetal moet minimaal 40 zijn.
Koop brandstof in hoeveelheden die binnen 180 dagen
kunnen worden gebruikt zodat u altijd verse brandstof
heeft.
Inhoud brandstoftank: 42 l
Gebruik zomerdieselbrandstof (nr. 2-D) bij
temperaturen boven -7 °C en winterdieselbrandstof
30 - 40mm
G014564
(nr. 1-D of nr. 1-D/2-D-mengsel) bij temperaturen
beneden -7 °C. Gebruik van winterdieselbrandstof bij
lage temperaturen biedt een lager vlampunt en een lager
stolpunt. Dit vergemakkelijkt het starten en vermindert
de kans dat de filters verstopt raken.
Gebruik van zomerdieselbrandstof bij temperaturen
boven -7 °C zal bijdragen aan een langere levensduur
van de pomp dan bij gebruik van winterdieselbrandstof.
Belangrijk: Gebruik geen kerosine of benzine
in plaats van dieselbrandstof. Als u deze
waarschuwing niet in acht neemt, kan dit leiden tot
beschadiging van de motor.
WAARSCHUWING
Brandstof is schadelijk of dodelijk bij inname.
Langdurige blootstelling aan dampen kan leiden
tot ernstig letsel en ziekte.
• Voorkom dat u dampen lange tijd inademt.
• Houd uw gezicht uit de buurt van een vulpijp
en de opening van een tank of een blik met
conditioner.
• Houd brandstof uit de buurt van ogen en huid.
GEVAAR
In bepaalde omstandigheden is brandstof uiterst
ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie
van brandstof kan brandwonden bij u of anderen
en materiële schade veroorzaken.
• Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer
de motor koud is. Eventueel gemorste
brandstof opnemen.
• Vul de brandstoftank nooit als de machine op
een aanhanger in een afgesloten ruimte staat.
• Rook nooit wanneer u met brandstof bezig bent
en houd de brandstof weg van open vlammen
of vonken.
• Brandstof in een goedgekeurd vat of blik en
buiten bereik van kinderen bewaren. Koop
nooit meer benzine dan u in 30 dagen kunt
opmaken.
• Gebruik de machine uitsluitend als het
complete uitlaatsysteem is gemonteerd en naar
behoren werkt.
21