Figuur 30
MK3 Zwevend maaidek (20 cm):Als de maaimachine
wordt uitgerust met zwevende maaidekken, wordt de
maaihoogte gemeten door de voor- en achterrollen.
Het maaidek kan hierbij zowel zijwaarts als naar voren
en achteren bewegen. Dit wordt aangeraden voor
veeleisende gazonnen en werkt uitstekend als het gras
kort is en het terrein sterk golft (Figuur 31).
G014424
Figuur 31
Grasgeleiders:De achterste grasgeleiders moeten altijd
juist zijn aangebracht. De geleiders moeten zo laag
mogelijk ingesteld zijn om grasafval naar de grond te
leiden (Figuur 32).
G014423
WAARSCHUWING
Zorg er altijd voor dat de grasgeleiders lager dan
horizontaal zijn afgesteld om gezondheids- en
veiligheidsrisico's te vermijden.
Maaihoogtemeter:Een optionele maaihoogtemeter
is beschikbaar om een precieze afstelling van de
maaihoogte te bevorderen. Deze is zowel bij vaste als
bij zwevende maaidekken te gebruiken (Figuur 33).
MK3 Vast maaidek (20 cm):
Vastzetten draaischarnier:Zet de bout in het voorste
gat voor "vaste" stand, zoals afgebeeld in Figuur 34.
1. Voorste opening, vaste stand
Maaihoogte-instelling:De maaihoogte wordt bepaald
door de positie van de achterrol. Draai de stelschroef
aan beide uiteinden rechtsom om de maaihoogte te
verlagen of linksom om de maaihoogte te verhogen
(Figuur 35).
26
G014425
Figuur 32
G014426
Figuur 33
1
G014427
Figuur 34