5.9
Koppelen van de bevestiging aan de trekstangen
De bevestiging aan de trekstangen categorie III,
IV of V is een alternatief als de tractor niet is
voorzien van
een trekpendel, een boutkoppeling, een
kogelkopkoppeling;
een naar boven te blokkeren
driepuntsaanbouwframe.
VOORZICHTIG
Vanwege het gevaar van een
negatieve oplegdruk bij zeer harde
grond verdient de
trekpendelkoppeling de voorkeur
boven de bevestiging aan de
trekstangen!
Catros BAG0046.7 03.14
Afb. 27
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen door losmaken van de verbinding
tussen machine en tractor!
Gebruik altijd kogelkoppelingen met opvangbeugel en geïntegreerde
lunspennen.
Aankoppelen
1. Bevestig de kogelkoppelingen boven de trekstangbouten van de
machine.
2. Borg de trekstangbouten met een lunspen tegen onbedoeld
losgaan
3. Stuur personen weg uit de gevarenzone tussen tractor en
machine voordat u naar de machine rijdt.
4. Koppel eerst de voedingsleidingen aan, voordat u de machine
aan de tractor koppelt.
4.1 Rij de tractor zodanig tot bij de machine, dat er een ruimte
(ca. 25 cm) tussen tractor en machine blijft.
4.2 Beveilig de tractor tegen onbedoeld starten en wegrollen.
4.3 Sluit de voedingsleidingen aan op de tractor.
4.4 Richt de haken van de trekstangen zodanig dat ze in lijn
liggen met de koppelingspunten van de machine.
5. Rijd de tractor nu verder naar achteren naar de machine, zodat
de haken van de trekstangen van de tractor de
kogelkoppelingen van de onderste koppelingspunten van de
machine automatisch opnemen.
De haken van de trekstangen vergrendelen automatisch.
6. Controleer voordat u gaat rijden visueel of de haken van de
trekstang correct zijn vergrendeld.
7. Licht de steunpoot op.
8. Verwijder de wielblokken.
Opbouw en werking
51