het huis geplaatste contactplaat bedient de schakelhefbomen van twee microschakelaars (POMP=
"AAN/UIT" ; ALARM= "AAN/UIT"). Wanneer de druk in de te bewaken ruimte (ÜR) stijgt, dan drukt de
veer de stoter en de contactplaat naar buiten, waarbij de schakelhefbomen bij de ingestelde
schakelwaarden de microschakelaars bedienen. In de „gasruimte" van de drukschakelaar (D) kunnen,
afhankelijk van het bewaakte medium, gassen aanwezig zijn.
5.0
Constructie
( zie ook de technische gegevens, bijlage D )
5.1
Opbouw / overzicht
De lekdetector V90 H bestaat uit een combihuis (KG) met een onderste en een bovenste deel. In het
bovenste deel (SK) zijn de elektrische onderdelen geplaatst. In het onderste deel (AK) zitten de
pompkamer en de leidingen (SL, AL, ML). Beide delen van het huis zijn hermetisch van elkaar
gescheiden en zijn mechanisch met 4 schroeven tot één combihuis (KG) verenigd. (zie tek.nr. 50542,
50454, 50498, bijlage B), zie hoofdstuk 5.1.1.4 Afdichtingen combihuis (KG)
5.1.1 Combihuis / onderste deel (AK)
Het onderste deel bestaat uit een huis van staalplaat met een vastgeschroefd deksel en
ventilatieopeningen aan weerszijden. De pompkamer is voorzien van de aansluitingen voor zuig- en
uitlaatleiding, en van ingebouwde detonatiebeveiligingen (DS). De zuigleiding (SL), uitlaatleiding (AL)
en de meetleiding (ML) zijn standaard koperen buizen en lopen naar de bodem van het huis. De
meetleiding is op de drukschakelaar aangesloten (in het combihuis / bovenste deel) en loopt
eveneens naar de doorvoer in de bodem van het huis. Alle schroefkoppelingen zijn gemaakt van
messing. (zie ook hoofdstuk 5.1.1.3) Zo dicht mogelijk buiten het huis zijn de testafsluiters en de
stopkranen in SL- en ML-leidingen gemonteerd, evenals de schroefkoppeling voor de AL-leiding. Als
er een lek ontstaat in de pompkamer (bijv. in het membraan) kan bij „zone 0" in de te bewaken ruimte
(ÜR) / in de verbindingsleidingen (SL; AL, ML) maximaal „zone 1" in de AK ontstaan.
5.1.1.1 Vacuümpomp - pompkamer
De vacuümpomp bestaat uit een motor en een pompkamer. Beide onderdelen zijn door de wand van
de KG heen met elkaar verbinden. De motor is in het bovenste deel (SK) gemonteerd en de
pompkamer in het onderste deel (AK). De enige verbinding bestaat uit de aandrijfas die tussen de
motor en de pompkamer zit. Het inwendige van de pompkamer kan zone 0 zijn, zodat in de AK
maximaal zone 1 kan ontstaan. (zie tek.nr. 50454, 50506, bijlage B) De pompkamer voldoet aan de
eisen voor beschermingsklasse IP 67. Het pompvermogen van de vacuümpomp is begrensd op max.
85 +/- 15 liter per uur. De pompkamer is gemaakt van PPS (bijv. Ryton / R-4) of een gelijkwaardig
materiaal. Het membraan is gemaakt van PTFE (bijv. TF 26 of gelijkwaardig). (zie ook hoofdstuk
5.1.1.3)
5.1.1.2 Detonatiebeveiliging
Binnen de AK zijn in de zuigleiding (SL) en de uitlaatleiding (AL) detonatiebeveiligingen (DS)
gemonteerd (apart gecertificeerd). Bij opslag van vloeistoffen met een vlampunt ≤ 55 ° C in de houder,
moet u bij de aansluitingen van de houder (SL, AL, ML) een detonatiebeveiliging monteren. (zie ook
hoofdstuk 5.1.1.3)
5.1.1.3 Bestendigheid van onderdelen die met het medium in contact komen