Inhoudsopgave
Advertenties
3.2.3 Dubbelwandige cilindrische, rechthoekige of bolvormige tanks met een EN of KIWA certificaat
of algemene technische goedkeuring (AbZ) of met een speciale apparaatgoedkeuring van het
testcentrum voor lekdetectoren van de TÜV Nord, waaruit blijkt dat de te bewaken ruimtes waarop
deze lekdetector is aangesloten, geschikt zijn om deel uit te maken van een lekdetectiesysteem.
3.2.5 Deze lekdetector mag worden gebruikt:
Voor dubbelwandige tanks met een vlakke bodem die zijn gebouwd conform DIN-norm 4119-1 voor
bovengrondse cilindrische tanks met een vlakke bodem:
Opgeslagen producten met een vlampunt ≤ 55 ° C en een tankvolume tot max. 40 m³
-
Opgeslagen producten met een vlampunt > 55 ° C en een tankvolume tot max. 100 m³
-
3.2.7 Andere te bewaken ruimtes, zoals dubbelwandige bodems of opvangruimtes, voor zover deze
over een goedkeuring beschikken van het testcentrum voor lekdetectoren van de TÜV Nord, waaruit
blijkt dat de te bewaken ruimtes waarop deze lekdetector is aangesloten, geschikt zijn om deel uit te
maken van een lekdetectiesysteem.
3.2.8 De lekdetector mag ook worden aangesloten op tanks waarin nog deels lekdetectievloeistof
aanwezig is. (zie hoofdstuk 6.3)
3.3
Dubbelwandige leidingen
(zie ook de montagevoorbeelden, bijlage B)
3.3.1 Dubbelwandige leidingen van metaal of kunststof, met een algemene technische goedkeuring,
of certificaat waaruit blijkt dat de lekdetector geschikt is om deel uit te maken van een
lekdetectiesysteem. Bij ontbrandbare vloeistoffen met een vlampunt ≤ 55 ° C, moet er een
detonatiebeveiliging en een vloeistofsper worden gemonteerd op het verbindingsstuk waar de
zuigleiding van de dubbelwandige leiding op is aangesloten. Als er ontbrandbare vloeistoffen met een
vlampunt van > 55 ° C worden gebruikt, hoeft er geen detonatiebeveiliging te worden aangebracht.
3.3.2 Volume van de te bewaken ruimte, buisdiameters, buislengtes:
Deze onderdelen maken deel uit van de betreffende goedkeuring voor de dubbelwandige leidingen
-
van staal of kunststof waaruit blijkt dat de te bewaken ruimtes waarop deze lekdetector is
aangesloten, geschikt zijn om deel uit te maken van een lekdetectiesysteem.
In het certificaat van de leidingen staat wat de toegestane max. lengte van de leidingen mag zijn die
-
met deze lekdetector worden bewaakt.
Neem altijd de in de goedkeuring van de dubbelwandige leiding genoemde voorschriften en
-
bepalingen in acht.
3.3.3 Hoogteverschillen, bochten in leidingen
In dergelijke installaties moet de zuigleiding van de dubbelwandige leidingen op het laagste punt van
de leiding worden aangebracht. Op elk aftakpunt en op het einde van elke leiding moet een
schroefdraadaansluiting van ¼'' zijn aangebracht, zodat er een kogelkraan met druktestmeter kan
worden aangesloten om de vrije doorgang in de te bewaken ruimte te controleren.
4.0
Beschrijving van de werking
4.1
Algemeen
De lekdetector V90 H werkt volgens het onderdrukprincipe. Bij dubbelwandige houders, enkelwandige
houders met flexibele of stijve lekdetectiebekleding en dubbelwandige leidingen, geeft de lekdetector
Advertenties
Inhoudsopgave
