6.3.3.2 De minimale hoeveelheid weg te zuigen LAF staat in de tabel in tek.nr. 50550. Vang het
volume aan weggezogen LAF op om te kunnen controleren of er inderdaad slechts een klein en
toelaatbaar restant aan LAF in de te bewaken ruimte van de houder is achtergebleven.
6.3.3.3 Blijf zuigen tot er geen LAF meer wordt aangezogen en er een vacuüm van 600 mbar in de te
bewaken ruimte is gecreëerd. Als dit het geval is, mag u aannemen dat er voldoende lucht in de te
bewaken ruimte aanwezig is.
6.3.4 Let op, belangrijk: Als een houder (tank) ooit gevuld is (geweest) met een vloeistof met een
vlampunt van ≤ 55 ° C, dan moet u afdoende veiligheidsmaatregelen nemen om explosies te
voorkomen!
6.3.4.1 Bij dubbelwandige leidingen gaat u op dezelfde manier te werk als in hoofdstuk 6.3.
6.3.5 Voer de lekdetectievloeistof af
Laat de opgevangen LAF volgens de geldende wet- en regelgeving op dat gebied verwerken.
6.3.6 Montage / inbedrijfstelling van de lekdetector V90 H
6.3.6.1 Monteer de lekdetector volgens de montage- (hoofdstuk 6.0) en inbedrijfstellinginstructies
(hoofdstuk 7.0) .
6.3.6.2 We raden aan om direct na de vlotterklep een groter condensvat in de zuigleiding te monteren
dan normaal. Het is namelijk mogelijk dat er toch nog meer vloeistof dan gewoonlijk wordt
aangezogen.
6.3.6.3 Als u een condensvat in de zuigleiding monteert, controleer dit dan vaker dan gewoonlijk op
de aanwezigheid van vloeistoffen.
7.0
Inbedrijfstelling
Na het monteren van de lekdetector, het aansluiten van de netspanning en het controleren of de
verbindingsleidingen (SL, AL, ML) correct zijn verbonden met de waterafscheider, vloeistofkering,
enz., is de lekdetector klaar voor gebruik.
7.1
Voorwaarden
Wanneer u de lekdetector aansluit op de netspanning, lichten zowel de groene controlelamp „in-
bedrijf" als de rode controlelamp „alarm" op. Ook de zoemer is geactiveerd, maar u kunt deze met de
drukknop (LDT) tijdelijk uitschakelen. De controlelamp in de drukknop LDT licht daarbij rood op. De
vacuümpomp pompt de lucht uit de te bewaken ruimte tot de ingestelde schakelwaarde voor 'pomp
UIT' bij circa 450 mbar wordt bereikt. Om de vacuümdruk snel op te bouwen als er geen product in de
tank aanwezig is, of is geweest, mag u een externe vacuümpomp gebruiken. Als u vloeistoffen met
een vlampunt van ≤ 55 ° C wilt bewaken, of als deze al eerder in de houder aanwezig zijn geweest,
moet u een explosieveilige vacuümpomp gebruiken. Neem afdoende veiligheidsmaatregelen om
explosies te voorkomen! In het laatste geval moeten er ook geschikte detonatiebeveiligingen (DS) op
de houder zijn gemonteerd. (zie ook hoofdstuk 5.1.1.2)
7.2
Functiecontrole