5.
Klik op het tabblad [Gebr.tools].
6.
Klik op [Printerconfiguratie].
7.
Voer de toegangscode in en klik vervolgens op [OK].
De standaardtoegangscode is "Admin".
8.
Op het tabblad [Draadloos] selecteert u [Setup with WPS] bij [Configuratiemethode].
9.
Selecteer [Wi-Fi Protected Setup with PIN Code] bij [One-Touch Connection Setting
(WPS)].
10.
Klik op [Get PIN Code] en controleer de pincode.
Schrijf de pincode op voor het geval dat u ze zou vergeten.
11.
Vul de pincode van het apparaat (8 cijfers) in op de webpagina van de router (access
point). (De webpagina die u hebt geopend in Stap 2)
12.
Voer WPS (PIN-systeem) uit vanaf de webpagina van de router (access point).
13.
Controleer het resultaat.
• De verbinding is geslaagd:
Het aan/uit-indicatielampje gaat aan.
U hebt de configuratie van de Wifi-instellingen voltooid.
• De verbinding is mislukt:
Alle indicatielampjes beginnen tegelijkertijd te flikkeren en na 30 seconden licht de aan/uit-
indicator op. Controleer de configuratie voor de router (access point) en probeer opnieuw
verbinding te maken.
Handmatige configuratie
U hebt een router (access point) nodig om verbinding te maken. U moet de authenticatie- en
coderingsmethode selecteren die ook de router (access point) gebruikt. U kunt deze controleren op het
instellingenscherm van de router (access point).
Voordat u de volgende procedure uitvoert, moet u het printerstuurprogramma installeren volgens de
procedure in Pag. 92 "Het printerstuurprogramma installeren".
Zorg ervoor dat de ethernetkabel van het apparaat is ontkoppeld.
De SSID en coderingssleutel controleren
De SSID en coderingssleutel voor de router (access point) zijn wellicht afgedrukt op een etiket dat
op de router (access point) is aangebracht. Raadpleeg de handleiding van de router (access point)
voor meer informatie over de SSID en de coderingssleutel.
Instellingen configureren met behulp van Smart Organizing Monitor
1.
Controleer of de router (access point) correct werkt.
Het apparaat aansluiten op een draadloos netwerk
95