2. Papierspecificaties en papier
bijvullen
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe papier en originelen moeten worden geplaatst en wordt er uitleg
gegeven over hun specificaties.
Workflow voor het laden van papier en het
configureren van papierformaten en -types.
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u papier moet laden en wat u moet doen nadat het papier is
geladen.
Nadat u de procedures hieronder heeft gevolgd, kunt u afdrukken op het papier dat in het apparaat is
geladen.
Plaats papier in de papierlade.
Geef het papiertype en -formaat op.
Geef het papiertype en -formaat op in het printerstuurprogramma.
Raadpleeg de volgende pagina voor details over de procedures.
Stappenplan
• Wanneer papier wordt geladen in Lade 1
Zie Pag. 19 "Papier plaatsen in lade 1".
• Wanneer papier wordt geladen in de handinvoer
Zie Pag. 24 "Papier in de handinvoer plaatsen".
Er zijn twee manieren om het papiertype en -formaat op te geven.
• Bij gebruik van Web Image Monitor
Zie Pag. 28 "Papiertype en -formaat opgeven met Web Image
Monitor".
• Bij gebruik van Smart Organizing Monitor
Zie Pag. 26 "Papiertype en -formaat opgeven met Smart Organizing
Monitor".
Referentie
DSG260
17