4. Het apparaat configureren met hulpprogramma's
Bepaalt of hetzelfde printerstuurprogramma kan worden gebruikt voor meerdere apparaten
via een USB-verbinding.
Netwerkinstellingen
Tabblad [Netwerkstatus]
• [Algemene status]
U kunt [Ethernetsnelheid], [IPP-printernaam], [Netwerkversie], [Ethernet MAC-adres], [Actieve
interface] en [Wi-Fi Direct IP-adres] controleren (alleen SP 220Nw en SP 221Nw).
• [TCP/IP-status]
U kunt [DHCP], [IP-adres], [Subnetmasker] en [Gateway] voor IPv4 opgeven.
Tabblad [IPv6-configuratie]
• [IPv6]
Selecteer of u IPv6 wilt in- of uitschakelen
• [IPv6-adres]
U kunt [DHCP], [Staatloos adres], [Link lokaal adres] en [Handmatige adresconfiguratie] voor
IPv6 opgeven of controleren.
Tabblad [Netwerkapplicatie]
• [Afdrukinstelling van netwerk]
Geef op of u wilt afdrukken met behulp van [IPP], [FTP], [RAW] of [LPR].
• [mDNS-instelling]
Specificeer of Multicast DNS moet worden ingeschakeld.
Tabblad [DNS]
• [DNS]
U kunt [DNS-methode], [Primaire DNS-server], [Secundaire DNS-server], [Domeinnaam],
[IPv6 DNS-methode], [Primaire IPv6 DNS-server], [Secundaire IPv6 DNS-server], [IPv6-
domeinnaam], [DNS oplossen prioriteit], [DNS-time-out (seconden)] en [Hostnaam] opgeven.
Tabblad [Automatische E-mailmelding]
De instellingen op dit tabblad zijn bedoeld om een e-mailmelding te versturen wanneer de
apparaatstatus verandert. U kunt maximaal twee ontvangers instellen.
• [Displaynaam]
Voer een naam in voor de de afzender van de e-mailmelding.
• [E-mailadres]
Voer een naam in voor de ontvanger van de waarschuwingsmail.
50