Inhoudsopgave
Advertenties
(Eco)RO Dia I/II C
De concentraatstroom verlaat de membraanmodule en passeert daarbij de naaldventielen NV2 en NV3,
die de uitstromende hoeveelheid water begrenzen en daardoor voor een gelijkblijvende productiedruk
zorgen. De via de naaldventielen ingestelde druk kan op de manometer PI4 worden afgelezen. De geregu-
leerde concentraatstroom wordt voor een deel via magneetklep Y8 intern naar de voorzettank of voor een
deel terug vóór pomp M2 teruggevoerd.
Via een overbruggende slang komt het permeaat in de ringleiding terecht, die door kogelkraan K6 kan
worden afgesloten. Daarna stroomt het water door drukcompensatiereservoir zonder dode kamer DG en
wordt naar de afzonderlijke afnameplaatsen geleid. Via kogelkraan K7 kan het einde van de ringleiding
worden afgesloten. Via een andere overbruggende slang wordt de verbinding van de ringleiding met de
omgekeerde osmose weer tot stand gebracht.
Het uit de ringleiding terugstromende permeaat passeert bij terugstroming naar de omkeringsosmose
de proefnamekraan PH2, druksensor PSAL4 (minimale druk ringleiding) alsmede overstortklep ÜV1.
De op ÜV1 ingestelde ringleidingdruk kan van manometer PI6 worden afgelezen.
6.3.4
Pulsterugspoeling
Impuls-terugspoeling (IRS) 1
Bi de uitvoeringen (Eco)RO Dia I/II C kan tijdens de dialyseterproductie een pulsterugspoeling (IRS)
van EcoRO Dia I C en EcoRO Dia II C 1e membraanniveau worden gestart, die voor reiniging van het
membraan en een preventieve bescherming tegen biologische filmvorming dient (zie → Hoofdstuk 5.2.1).
Hierbij kan door het sluiten van de magneetventielen Y5 (permeaatuitvoer), Y2 (interne circulatie), Y9
(concentraatverschuiving) alsook Y6 (vloedventiel) bij een lopende pomp M2 een drukopbouw worden
gestart, die door het openen van het magneetventiel Y6 wordt opgebouwd. Tijdens de vloed wordt mag-
neetventiel Y6 geopend en wordt de waterstroom terug vóór pomp M1 gevoerd, zodat gedurende eeb
paalde periode het membraan met een hogere overstroming kan wordne overspoeld. Deze procedure
wordt verder als "pulsterugspoeling" aangeduid.
Spoelduur en -frequentie wordt in het submenu 6. (apparaatgegevens) geprogrammeerd. Tijdens het
overschakelen van Dia I in de nachtmodus vindt altijd een pulsterugspoeling van het 1e niveau plaats
Impuls-terugspoeling (IRS) 2e niveau
Bij de installatie (Eco)RO Dia II C kan ook het 2e membraanniveau door een pulsterugspoeling (IRS)
mechanisch worden gereinigd.
Hierbij transporteert de pomp voedingswater naar de gesloten magneetventielen Y7, Y5 en Y8 om druk
op te bouwen.
Door het openen van Y7 en Y8 en het natransporteren van water via de pompen M1 en M2 stroomt
gedurende enige tijd water met verhoogde stromingssnelheid via de membranen van het tweede niveau.
Door de verhoogde concentraatstroomsnelheid wordt de ontstane membraanlaag maximaal verwijderd
en blijft zodoende op de lange termijn het permeaatvermogen behouden. Bij deze spoeling blijft het
permeaatventiel Y5 gesloten.
Spoelduur en -frequentie wordt in het subemenu 6. (apparaatgegevens) geprogrammeerd.
6.3.5
Besturing naar conductiviteit
Er wordt volgens het processchema gemeten en geanalyseerd:
Richtwaarde onbehandeld water
Richtwaarde concentraat
Richtwaarde permeaat
Als extra beveiliging wordt de conductiviteit besturingsonafhankelijk geregistreerd (CSAH4).
Pagina 6-8
Functies
Deel 1 – gebruiksaanwijzing
e
niveau
CIS 1
CISAH2
CISAHH3
Rev. 2.5 datum 2017-03-20
Softwareversie 2.0
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
