Machine gebruiken
7.1 Machine inzetten
1. Machine tot net boven het veld laten zakken.
Bij werken met ingeschakelde machine moet
gewaarborgd zijn dat de tanden contact hebben met
de grond.
2. Tractoraftakas inschakelen.
3. Machine op het veld laten zakken.
4. Hydraulica van de 3-puntslift op de zweefstand
zetten.
7.2 Ingestelde werkdiepte controleren
Als de ingestelde werkdiepte groter is dan de
tandlengte, werken de werktuigdragers permanent in
de grond.
BELANGRIJK
De werktuigdragers verslijten bij langdurig
werk in de grond.
Vervang de tanden voor de minimumlengte
bereikt is.
Om slijtage van de werktuigdrager te
verhinderen,
de ingestelde werkdiepte na een korte rit
controleren.
MG6750-NL-II | D.1 | 17.03.2022
7 | Machine gebruiken
7
CMS-T-00004513-B.1
CMS-T-001727-E.1
CMS-T-00004568-A.1
77