OPGELET! Materiële schade!
Gevaar voor beschadiging van de
onderste verlenging! De onderste
verlenging mag nooit vrijstaand
uitgetrokken zijn.
Bij een uitgetrokken lengte van > 1 m
moet de verlenging in het midden
gesteund worden.
De slede tot 2,5 m omhoog bewegen.
In het bereik van de railverlenging een
houten plank op de grond leggen.
De onderste railverlenging (1)
vasthouden.
Veerstekker (1) verwijderen.
Deze werkwijze ook aan de andere kant
uitvoeren.
De railverlenging (1) voorzichtig omlaag
laten zakken. Als de verlenging niet tot
op de bodem komt (bij een vlakke
oprichthoek), moet de verlenging aan het
uiteinde van de rails gesteund worden
door een bok e.d.!
De railverlenging (1) over het hele
oppervlak op de houten plank (2) leggen.
Slede tot op de buffers laten zakken.
alleen bij kniestuk met een verbindingsstuk
Controleer of de slotbouten (pijlen) over
het hele oppervlak aansluiten.
Indien nodig kunnen nog meer
railverlengingen gemonteerd worden.
Kopstuk monteren, zie „Knikstuk".
De demontage vindt in de omgekeerde
volgorde plaats.
302010393
Ladderlift JUNIOR
Afb. 66: Onderste railverlenging
Afb. 67: Houten plank
Afb. 68: Schroeven controleren
Opstelling
73