LET OP!
Let er bij de keuze van de plaats van opstelling op, dat passanten zonder hindernissen
langs de lift kunnen lopen.
1.
De telescopische dissel indien nodig inschuiven, zie „Telescopische dissel".
OPGELET! Persoonlijke en materiële schade!
Als de lift omvalt, kan dit persoonlijke of materiële schade tot gevolg hebben.
–
Als de telescoopdissel ingeschoven is, kan de lift in aanraking komen met het
trekkende voertuig. De lift niet met een voertuig manoeuvreren!
2.
De lift parallel t.o.v. het object uitrichten. Let op de afstand en de belasting, zie
„Bereikbare hoogtes met de lift".
Alleen uitvoering aanhanger:
3.
Remhendel (1) in de richting van de lift trekken.
alleen uitvoering vrachtwagen:
4.
Eigen parkeerrem van het voertuig activeren.
Gevaarlijke zone afzetten
Op de grond moet om de lift een afzetting geplaatst worden.
Deze afzetting moet
–
uit twee horizontale elementen ter hoogte van ca. 1,1 m en 0,5 m bestaan.
–
opvallend, bijv. rood-wit, gekenmerkt zijn.
–
een afstand van 1,4 m t.o.v. het projectievlak van de te verwachten breedste last
hebben.
–
een toegangsopening met een breedte van maximaal 1,4 m hebben.
–
aan weerszijden van de lift moet een minimale afstand van 2,5 m aangehouden
worden.
6.2 Steunen monteren, uitrichten
Opbouwen en uitrichten van de aanhangwagen
302010393
Ladderlift JUNIOR
Opstelling
55