Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Substituut Lekstroomtest; Reële Lekstroomtest; Functionele En Verbruikstest - Nieaf-Smitt PAT3140 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor PAT3140:
Inhoudsopgave

Advertenties

De meting wordt verricht met een voorgeschreven spanning van minimaal 500 VDC tussen de
beschermingsleiding en de doorverbonden fase/ nul bij klasse I apparatuur en tussen het groene testsnoer (in
de PE-connector) en de doorverbonden fase/ nul bij klasse II apparatuur. De weerstand volgt uit de deling
van de gemeten spanning over en stroom door het testobject.
Bij klasse I apparatuur waarin (keramische) koel/ verwarmingselementen zitten kunnen de grenswaarden worden
overschreden. Test deze apparaten op de substituut lekstroom. Bij klasse II apparatuur moet een testsnoer op de
PE-connector worden aangesloten en vervolgens stevig tegen alle geleidende metalen delen worden gehouden.
Als het testobject geen netstekker heeft maar vast is aangesloten op het net, gebruik dan de L/N-connector om
de doorverbonden fase/ nul op aan te sluiten.
4.2.4

Substituut lekstroomtest

Deze test is bedoeld om te controleren of de (eventuele) lekstroom die vloeit tussen de delen onder spanning en
de toegankelijke geleidende (metalen) delen niet te hoog is. De lekstroom via de beschermingsleiding (of het
groene testsnoer via de PE-connector) wordt gemeten door een 40 VAC - 50 Hz tussen de beschermingsleiding
en de doorverbonden fase/ nul te genereren. De test is een simulatie, omdat een juiste test op een zwevend net
zou moeten worden uitgevoerd. De gemeten waarde mag men niet vergelijken met de technische specificaties.
Gehanteerde grenswaarden zijn:
vermogens ≤ 6 kW.
-
-
vermogens > 6 kW.
Zorg voor stevige verbindingen. Bij klasse I apparatuur zijn geen extra testsnoeren noodzakelijk. Bij klasse II
apparatuur moet een testsnoer op de PE-connector worden aangesloten en vervolgens stevig tegen alle
geleidende metalen delen worden gehouden. Als het testobject geen netstekker heeft maar vast is aangesloten
op het net, gebruik dan de L/N connector om de doorverbonden fase/ nul op aan te sluiten.
4.2.5
Reële lekstroomtest
Deze test is bedoeld om vast te stellen of de geleidende (metalen) delen van klasse II apparatuur onder spanning
komen te staan, ook in een willekeurige positie van de netstekker in de wandcontactdoos. Voor klasse I
apparatuur geldt dit eveneens voor toegankelijke geleidende (metalen) delen welke niet aangesloten zijn op de
beschermingsleiding (zoals bijv. de schroefjes van de trekontlasting van de kabel). De lekstroom wordt gemeten
met een ampèremeter met een inwendige weerstand van tenminste 2 kΩ. Deze test wordt twee keer uitgevoerd.
De eerste keer met de stekker normaal in het NETCONTACTDOOS en de tweede keer met de stekker
omgedraaid in het NETCONTACTDOOS.
Gehanteerde grenswaarden zijn:
-
Klasse I apparatuur.
-
Klasse II apparatuur.
Zorg voor stevige verbindingen. Het groene testsnoer moet op de groene TESTSNOER-connector worden
aangesloten en vervolgens stevig tegen alle geleidende metalen delen worden gehouden.
4.2.6

Functionele en verbruikstest

Deze test is bedoeld om na onderhoud, reparatie of aanpassing van het apparaat de juiste werking te testen.
Hierna worden tevens het opgenomen vermogen bepaald. Deze gebruikstest wordt alléén met 230 VAC
uitgevoerd. Het verbruik komt over het algemeen overeen met de nominale specificaties van het testobject.
D.m.v. V
wordt de aangeboden spanning afgelezen en m.b.v. I
L
(volgens tabel 5 van NEN 3140, 3
(volgens tabel 4 van NEN 3140, 3
wordt het actuele stroomverbruik weergegeven.
L
- Pagina 15 -
e
druk):
≤ 7 mA.
≤ 15 mA.
e
druk):
≤ 1.0 mA.
≤ 0,5 mA.
Utrecht
Versie 003

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave