3
INSTALLATIE; INGEBRUIKNAME EN AFREGELING
In deze paragraaf wordt de procedure beschreven voor het installeren en in gebruik nemen van de PAT. Dit mag
worden uitgevoerd door een voldoend onderricht persoon (zie 2.1.2).
1.
Pak de PAT uit. Verwijder (en bewaar) het verpakkingsmateriaal zonder het milieu schade te berokkenen.
Controleer de PAT op mogelijke beschadigingen. Indien beschadigingen geconstateerd worden moet u
dit melden aan Nieaf-Smitt B.V.
2.
Plaats de PAT op een horizontaal vlak op de werkplek of in de testruimte. Houd voldoende ruimte rondom
de PAT, zodat bediening, het instellen en aflezen van de PAT eenvoudig kan plaatsvinden zonder
problemen of extra gevaren.
3.
Sluit de PAT aan op een geaarde wandcontactdoos met behulp van het netsnoer. Deze installatie dient
gezekerd te zijn d.m.v. een normale of een snelle zekering (automaat) van max. 16 A. De elektrische
aansluitgegevens staan aan de achterzijde op het typeplaatje van de PAT (zie figuur 4).
4.
Voer de visuele controle uit (zie paragraaf 4.2.1).
5.
Sluit het testobject volgens het meetschema aan op de PAT (zie bijlage 2 of 3).
6.
Voer de gekozen meetmethoden uit.
De PAT mag alléén worden gebruikt, wanneer geen beschadigingen
of defecten zijn geconstateerd en alle originele componenten die bij
de PAT horen, juist gemonteerd zijn.
Het vervoer en het hanteren van de PAT dient voorzichtig te
geschieden om beschadigingen te voorkomen.
Zet het testobject altijd op een veilige plaats en maak het goed vast.
Bij de veiligheidstesten op het NETCONTACTDOOS staat het
testobject onder voedingsspanning en zal bijv. gaan draaien.
De PAT heeft geen interne zekering. Het is daarom van belang dat de PAT is
aangesloten op een goede geaarde installatie welke gezekerd is door een normale
of een snelle zekering (-automaat) van maximaal 16 A. Dit voor het geval dat het
testobject een interne kortsluiting heeft. De groene LED is slechts een indicatie
en geeft geen garantie dat de PAT is aangesloten op een GOEDE aarde.
Zoek een plaats voor de handleiding, zodat deze zich tijdens het gebruik
van de PAT binnen handbereik bevindt.
- Pagina 12 -
Utrecht
Versie 003