Installatie- en
bedieningsinstructies
TP.30/06/09.NL
Uitgave 2009 / NL / BE
ENA 5 INSTALLATIE- EN BEDIENINGSINSTRUCTIES
5.6.
Basis elektrische-aansluitingen
Nominale spanning
230 V: +6%; -10%
50 Hz: +1%; -1%
SELV: Extra lage veiligheidsspanning
* Aanbevolen waarde; veiligheidsautomaat (C).
Sluit nooit aansluitingen 11+12 en 21+22 tegelijkertijd aan. Doet u dit wel, dan wordt de navulunit,
de SCU-besturing of de drukregelaar onherstelbaar schadigd.
SELV
C
Druksensor
OPTIONEEL
Impuls watermeter
D
Pomp
Nominale stroom [A]
Beschermingsgraad
IP54 (druksensor IP65)
28 29 30 31 32 33 34 35 36
RS485
RS485
1
3
B
Droogloopsensor
A
B
C
D
Externe Zekering [A]*
3
10
10 11 12 13 14 15 16 17 18
27 26 25 24
23 22 21
20 19
9 8 7 6 5 4 3 2 1
Verzamel
storings-
melder
INGANGS-
SIGNAAL
Extern
navullen (voor
potentiaal
vrij contact)
A
Drukmagneetventiel
230 V
30 Hz
INGANGS-
SIGNAAL
Extern bijv.
M-K/U
(navullen
230 V)
10