Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Afdraaiproef; Uitloophoeveelheid Bepalen - Rauch AXEO 2.1 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor AXEO 2.1:
Inhoudsopgave

Advertenties

8

Afdraaiproef

Voor de exacte controle van de strooihoeveelheid adviseren wij bij iedere strooimiddelwissel een
afdraaiproef uit te voeren.
Voer de afdraaiproef uit:
vóór de eerste keer strooien
als de kwaliteit van het strooimiddel sterk veranderd is (vocht, hoog stofaandeel, korrelbreuk)
als er een nieuw strooimiddel wordt gebruikt.
De afdraaiproef moet bij lopende PTO bij stilstand of tijdens het rijden op een testtraject worden
uitgevoerd.
Bij de machines met variant Q voert u de afdraaiproef aan de bedieningseenheid QUANTRON-K2
uit.
De afdraaiproef wordt in de aparte gebruiksaanwijzing van de bedieningseenheid QUANTRON-K2
beschreven. Deze gebruiksaanwijzing vormt een bestanddeel van de bedieningseenheid
QUANTRON-K2.
8.1

Uitloophoeveelheid bepalen

Bepaal vóór aanvang van de afdraaiproef de streefstrooihoeveelheid.
Voorwaarde voor de bepaling van de streef-uitloophoeveelheid is kennis van de precieze rijsnelheid.
Voor het vaststellen van de streefstrooihoeveelheid per minuut hebt u nodig:
rijsnelheid,
werkbreedte,
gewenste strooihoeveelheid
Voorbeeld: U wilt de streefstrooihoeveelheid vaststellen.
Uw rijsnelheid bedraagt 3 km/h,
de werkbreedte is op 4 m vastgelegd,
de strooihoeveelheid moet 50 g/m² bedragen.
Indien u uw waarden niet in de strooitabel vindt, moet u de streefstrooihoeveelheid via een formule
bepalen.
Streefstrooihoeve
elheid (kg/min)
AXEO 2.1/6.1/18.1
Rijsnelh. (km/u) x werkbreedte (m) x strooihoeveelheid (g/m2)
=
5900962
60
8. Afdraaiproef
53

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Axeo 6.1Axeo 18.1

Inhoudsopgave