Werking
motor niet waterpas staat, is het op
de peilstok aangegeven oliepeil mo-
gelijk niet accuraat.
2.
Verwijder de motorkap.
3.
Verwijder de oliepeilstok en veeg hem
schoon.
4.
Schroef de peilstok in de motor en ver-
wijder hem vervolgens opnieuw. Zorg
ervoor dat u de peilstok volledig in de
peilstokgeleiding steekt, anders zal de
oliepeilmeting niet correct zijn.
5.
Controleer het oliepeil met de peilstok
om na te gaan of het peil tot ergens tus-
sen de bovenste peilmarkering en de
onderste peilmarkering komt. Raad-
pleeg uw Yamaha-dealer wanneer het
oliepeil buiten het gespecificeerde be-
reik valt of wanneer de olie er melkachtig
of vuil uitziet.
1. Oliepeilstok
47
[DCM01790]
1
ZMU06400
1
3
1. Merkteken laagste peil
2. Oliepeilstok
3. Merkteken hoogste peil
DMU27152
Motor
Controleer de motor en ga na of hij goed
●
gemonteerd werd.
Controleer op losse of beschadigde be-
●
vestigingsmiddelen.
Controleer de propeller op beschadigin-
●
gen.
Controleer op motorolielekken.
●
DMU36490
Doorspoelplug
Ga na of het tuinslangkoppelstuk van de
doorspoelplug stevig op het hulpstuk op de
onderkap is geschroefd. OPGELET: Wan-
neer de doorspoelplug niet correct werd
aangesloten, kan er koelwater weglopen
waardoor de motor oververhit kan raken
tijdens het varen.
2
ZMU05091
[DCM01800]