18
BASISPRINCIPES
NAAIEN
Rechte steek
Steekselectie:
Naaivoet:
Draadspanning:
Steeklengte:
Naaldpositie:
•
Beginnen met naaien
Zet de naaivoet omhoog en plaats de stof zodanig dat
deze aan één rand langs een van de naadgeleidingslij-
nen op de steekplaat loopt.
Zet de naald omlaag in de stof.
Zet de naaivoet omlaag en trek de draden recht naar
achteren. Druk het voetpedaal in.
Voer de stof voorzichtig langs de geleidingslijn zodat
deze wordt ingevoerd zonder dat u iets hoeft te doen.
OPMERKING:
Trek bij het naaien met de knoopsgatenvoet de
draden naar links.
Naai voor het aanhechten van de draad eerst een
paar steken achteruit en vervolgens een paar ste-
ken vooruit.
•
Stoppen met naaien
Druk voor het afhechten van de draad de hendel voor
achteruitnaaien in en naai een paar steken achteruit.
Zet de naaivoet omhoog en verwijder de stof. Trek daarbij
de draden naar achteren.
Snijd de draden af met de draadafsnijder
De draden hebben nu de juiste lengte om met de vol-
gende naad te beginnen.
Draadafsnijder
Naairichting veranderen
VOORZICHTIG:
Houd uw vingers bij het doorvoeren van de stof op
voldoende afstand van de naaivoet. Anders kun-
nen uw vingers in aanraking komen met de naald-
bevestigingsschroef met letsel tot gevolg.
Stop de machine en draai het handwiel tegen de klok in
om de naald in de stof te laten zakken.
Zet de naaivoet omhoog.
Draai de stof om de naald in de gewenste naairichting.
Zet de naaivoet omlaag en ga door met naaien in de
nieuwe richting.
VAN
HET
A
Zigzagvoet
2 – 6
1,5 – 4
(0) of
(5)
.