Inhoudsopgave
Advertenties
vii.
viii.
6.
Om een snelkoppeling naar de netwerkmap op het bureaublad van de computer te maken, schakelt
u het selectievakje Create a Desktop shortcut to the network folder (Een bureaubladsnelkoppeling
naar de netwerkmap maken) in.
7.
Om in te stellen dat een pincode moet worden ingevoerd op het bedieningspaneel van de printer
voordat hiermee een gescand document naar een netwerkmap kan worden verzonden, voert u in
het veld Security PIN (Beveiligingspincode) een 4-cijferige pincode in en voert u deze vervolgens in
het veld Confirm Security PIN (Beveiligingspincode bevestigen) opnieuw in. Klik op Next (Volgende).
HP adviseert een pincode aan te maken om de bestemmingsmap te beveiligen. Als u een pincode
hebt aangemaakt, moet u deze op het bedieningspaneel van de printer invoeren telkens als er een
scan naar een netwerkmap wordt verzonden.
8.
Op de pagina 2. Authenticate (Verifiëren) voert u de Windows-gebruikersnaam en het Windows-
wachtwoord in die u gebruikt om u bij de computer aan te melden en klikt u vervolgens op Next
(Volgende).
9.
Op de pagina 3. Configure (Configureren) selecteert u de standaard scaninstellingen door de
volgende stappen uit te voeren en klikt u vervolgens op Next (Volgende).
a.
Selecteer in de vervolgkeuzelijst Document Type (Documenttype) de standaard
bestandsindeling voor gescande bestanden.
b.
Selecteer in de vervolgkeuzelijst Color Preference (Kleurvoorkeuren) Black & White (Zwart-wit)
of Color (Kleur).
c.
Selecteer in de vervolgkeuzelijst Paper Size (Papierformaat) het standaard papierformaat
voor gescande bestanden.
d.
Selecteer in de vervolgkeuzelijst Quality Settings (Kwaliteitsinstellingen) de
standaardresolutie voor gescande bestanden.
OPMERKING:
geven om die reden meer details weer. Afbeeldingen met een lagere resolutie bestaan uit
minder dpi en geven dus minder details weer. De bestandsgrootte is echter kleiner.
e.
Voer in het veld Filename Prefix (Voorvoegsel bestandsnaam) het voorvoegsel (bijv. Mijnscan)
van een bestand in.
10.
Op de pagina 4. Finish (Voltooien) bekijkt u de informatie en controleert u of alle instellingen juist
zijn. Als er een fout is, klikt op de knop Back (Terug) om de fout te corrigeren. Als de instellingen juist
zijn, klikt u op de knop Save and Test (Opslaan en testen) om de configuratie te testen.
11.
Als het bericht Congratulations (Gefeliciteerd) wordt weergegeven, klikt u op Finish (Voltooien) om
de configuratie te voltooien.
12.
In het dialoogvenster Network Folder Profiles (Netwerkmapprofielen) ziet u nu het e-mailprofiel van
de zojuist toegevoegde afzender. Klik op Close (Sluiten) om de wizard af te sluiten.
64
Hoofdstuk 6 Scan
●
Private (Privé)
OPMERKING:
HP adviseert uit veiligheidsoverwegingen Private (Privé) als sharetype.
Als het bericht The share was successfully created (De share is gemaakt) wordt
weergegeven, klikt u op OK.
Schakel het selectievakje voor de bestemmingsmap in en klik vervolgens op OK.
Afbeeldingen met een hogere resolutie bestaan uit meer dpi (dots per inch) en
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
