Volgorde van bestanden
De bestanden worden afgespeeld in de volgorde dat de
brandsoftware ze naar de CD schrijft. Het kan daarom zijn dat
de afspeelvolgorde niet zo is als u had verwacht. Controleer
de brandvolgorde met behulp van de documentatie van de
software. De afspeelvolgorde van de mappen en bestanden
is als volgt.
Bronmap
Map
* Mapnummer/mapnaam wordt niet weergegeven als de map geen
bestand bevat.
Terminologie
Bitsnelheid
Dit is de compressieverhouding voor de codering van het
geluidssignaal. Hoe groter de bitsnelheid, des te beter de
geluidskwaliteit, maar ook des te groter de bestanden.
Bemonsteringsfrequentie
Deze waarde geeft aan hoeveel keer per seconde de gegevens
worden bemonsterd (opgenomen). Audio-CD's gebruiken
bijvoorbeeld een bemonsteringsfrequentie van 44,1 kHz, zodat
het geluid 44.100 keer per seconde wordt bemonsterd
(opgenomen). Hoe hoger de bemonsteringsfrequentie, des te
beter de geluidskwaliteit, maar ook des te groter de omvang van
de gegevens.
Codering
Converteren van muziek-CD's, WAVE- (AIFF) bestanden en
andere geluidsbestanden naar het opgegeven formaat voor
audiocompressie.
Tag
Songinformatie zoals titels van tracks, namen van artiesten,
namen van albums enz., die op MP3/WMA/AAC-bestanden
werden geschreven.
Bronmap
De bronmap (of brondirectory) bevindt zich bovenaan het
bestandssysteem. De bronmap bevat alle mappen en bestanden.
Het wordt automatisch voor alle geschreven schijven gemaakt.
14
-NL
MP3/WMA/AAC-bestand
Instelling van het geluid
Encoder-draaiknop
/ESC
SOURCE/
AUDIO/RTN/
A.SEL
LOUD
Regeling lage tonen/hoge tonen/balans
(links-rechts)/fader (voor-achter)/defeat
1
Druk herhaaldelijk op de toets AUDIO/RTN om de
gewenste modus te kiezen.
Bij elke druk verandert u de modus als volgt:
→ BASS → TREBLE → BALANCE → FADER →
SUBW
*
DEFEAT → VOLUME → SUBW
Subwoofer: 0 ~ +15
Niveau Bass: –7 ~ +7
Niveau Treble: –7 ~ +7
Balance: L15 ~ R15
Fader: R15 ~ F15
Defeat: ON/OFF
Volume: 0 ~ 35
• Als gedurende 5 seconden geen bewerking wordt uitegevoerd
nadat u de modus SUBW, BASS, BAlANCE, FADER of DEFEAT
heeft gekozen, keert het toestel automatisch terug naar de normale
modus.
* Als de subwoofermodus op OFF staat, kan het niveau niet worden
aangepast.
2
Draai aan de encoder-draaiknop tot u in elke
modus de gewenste klank verkrijgt.
Door defeat in te schakelen (ON), keren de voordien
uitgevoerde instellingen voor BASS en TREBLE terug
naar de fabriekswaarden.
Regeling van de lage tonen
U kunt de klemtoon van de frequentie voor de lage tonen wijzigen
om uw eigen klankbeeld te scheppen.
1
Druk herhaaldelijk op de toets A.SEL om de
BASS-modus te kiezen.
BASS → TREBLE → HPF → BASS
BAND/TA