Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Eerste Inbedrijfstelling Na Buitengebruikstelling; Koelsysteem; Demontage Van De Compressor; Elektrische Bijverwarming - Kaysun KEM-90 DRS5 Gebruikers- En Installatiehandleiding

Dc omvormer luchtgekoelde modulaire koeler
Verberg thumbnails Zie ook voor KEM-90 DRS5:
Inhoudsopgave

Advertenties

11.7. Eerste inbedrijfstelling na
buitengebruikstelling
De volgende voorbereidingen moeten worden getroffen om de unit
na een langdurige stilstand weer opnieuw op te starten:
1) Controleer en reinig de unit grondig.
2) Reinig het waterleidingsysteem.
3) Controleer de pomp, regelklep en ander materiaal van het
waterleidingsysteem.
4) Maak de aansluitingen van alle draden vast.
5) De stroom van de machine moet 12 uur voor het opstarten
ingeschakeld worden.

11.8. Koelsysteem

Stel vast of koelmiddel nodig is door de waarde van de zuig- en
persdruk te controleren en na te gaan of er lekkage is. Er moet
een luchtdichtheidstest worden uitgevoerd als er lekkage is of
onderdelen van het koelsysteem moeten worden vervangen. Neem
verschillende maatregelen in de volgende twee verschillende
omstandigheden voor toevoeging van koelmiddel.
1) Totale lekkage van koelmiddel. In een dergelijke situatie moet
een lekdetectie worden uitgevoerd op de stikstof onder druk die
voor het systeem wordt gebruikt. Bij reparaties waarbij gelast
moet worden, moet eerst het gas in het systeem verwijderd
worden. Voordat het koelmiddel wordt ingespoten, moet het gehele
koelsysteem volledig droog en vacuüm gepompt zijn.
Sluit de vacuümpomp aan op het fluoride mondstuk aan de
lagedrukzijde.
Verwijder lucht uit de leiding van het systeem met een
vacuümpomp. Het vacuüm pompen duurt meer dan 3 uur.
Controleer of de drukindicatie in de meetklok binnen de
gespecificeerde marge valt.
Sluit de vacuümpomp aan op het fluoride mondstuk aan de
lagedrukzijde.
Verwijder lucht uit de leiding van het systeem met een
vacuümpomp. Het vacuüm pompen duurt meer dan 3 uur.
Controleer of de drukindicatie in de meetklok binnen de
gespecificeerde marge valt.
2) Koelmiddel supplement. Sluit de koelvloeistoffles aan op het
fluoride mondstuk aan de lagedrukzijde en sluit de manometer aan
op de lagedrukzijde.
Laat gekoeld water circuleren en start de unit op, en maak indien
nodig kortsluiting in de lagedrukschakelaar.
Spuit langzaam koelmiddel in het systeem en controleer de
aanzuig- en afvoerdruk.
Nadat de inspuiting is voltooid moet de
aansluiting worden vernieuwd.
Spuit nooit zuurstof, acetyleen of een ander
brandbaar of giftig gas in het koelsysteem bij
de lekdetectie- en luchtdichtheidstest. Er mag
alleen gebruik worden gemaakt van stikstof
onder druk of koelmiddel.
LET OP

11.9. Demontage van de compressor

Volg de volgende procedures om de compressor te
demonteren:
1) Sluit de stroomtoevoer van het toestel af.
2) Verwijder de voedingsdraad van de compressor.
3) Verwijder de aanzuig- en persleidingen van de
compressor.
4) Verwijder de bevestigingsschroef van de compressor.
5) Verplaats de compressor.

11.10. Elektrische bijverwarming

Wanneer de omgevingstemperatuur lager is dan 2°C,
daalt het verwarmingsrendement met de daling van de
buitentemperatuur. Om de luchtgekoelde warmtepomp
stabiel te laten werken in een relatief koud gebied en om
de warmteverlies aan te vullen die verloren gaat door
ontdooiing. Wanneer de laagste omgevingstemperatuur
in het gebied van de gebruiker in de winter tussen
0°C~10°C ligt, kan de gebruiker het gebruik van een
elektrische bijverwarming overwegen.
Raadpleeg de relevante vakmensen voor het vermogen
van de elektrische bijverwarming.

11.11. Antivries

In geval van bevriezing van de warmtewisselaar aan
de waterzijde kan ernstige schade worden veroorzaakt,
d.w.z. de warmtewisseling kan storingen vertonen en
er kan lekkage optreden. Deze schade, zoals barsten,
enz. valt niet onder de garantie. Daarom is het belangrijk
antivries te gebruiken.
1) Als een uitgeschakelde stand-by unit wordt geplaatst
in een omgeving waar de buitentemperatuur lager is
dan 0°C, moet het water in het watersysteem worden
afgetapt.
2) De waterleiding kan bevriezen wanneer de regelaar
voor het gewenste gekoeld waterdebiet en de
antivriestemperatuursensor niet meer werken; daarom
moet de regelaar voor het gewenste debiet volgens het
aansluitschema worden aangesloten.
3) De vorst kan barsten in de warmtewisselaar aan
de waterzijde veroorzaken bij onderhoud wanneer het
koelmiddel in de eenheid wordt ingespoten of wordt
geloosd voor reparatie. De leidingen kunnen bevriezen
wanneer de druk van het koelmiddel lager is dan 0,4
MPa. Daarom moet het water in de warmtewisselaar
blijven stromen of in zijn geheel worden geloosd.
36

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave