Pagina 1
GEBRUIKERS- EN INSTALLATIEHANDLEIDING Nexus Series Omvormer minikoelers KEM-05 DVN1 KEM-12 DVN KEM-16 DTN KEM-07 DVN1 KEM-12 DTN KEM-10 DVN KEM-14 DTN Dank u zeer voor het aanschaffen van ons product.
1. INTRODUCTIE 1.1 Algemene informatie INHOUD PAGINA ■ Deze toestellen worden zowel voor verwarmings- koelingstoepassingen gebruikt. De toestellen kunnen worden INTRODUCTIE..............1 gecombineerd ventilatortoestellen, vloerverwarmingstoepassingen (verbinden met mengstation), ONDERDELEN..............1 waterverwarming voor lage temperatuur met hoge efficiëntie, VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN........2 huishoudelijke warmwaterketel (veldstroomtoevoer).
■ Zorg ervoor dat bij de bedrading van de stroomtoevoer de bedrading 3. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN zo wordt geplaatst dat het voorpaneel veilig kan worden bevestigd. Als het voorpaneel niet op zijn plaats zit, kan dit leiden tot oververhitting De voorschriften die hier worden beschreven zijn verdeeld in de van de terminalen, elektrische schokken of brand.
correct en veilig te gebruiken en de gevaren ervan te begrijpen. Kinderen mogen te spelen met dit toestel. Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht reinigen en onderhouden. ■ Kinderen moeten in de gaten worden gehouden om te voorkomen dat ze met het toestel spelen. ■...
Koelingscyclus 25 HD LD 26 Koeling Verwar ming Compressor 10. Lagedrukschakelaar (alleen 10~16kW) 18. Thermistor voor waterinlaat 4-Richtingsklep 11. Waterstroomschakelaar (alleen 5/7kW) 19. Ontluchtingsklep Gas-vloeistofscheider 12. Thermistor voor uitlaattemperatuur 20. Expansietank Luchtbuis warmtewisselaar (condenser) 13. Thermistor voor buitentemperatuur 21. Circulatiepomp Elektronische expansieklep 14.
Pagina 7
1. OVERZICHT ELEKTRISCH PANEEL (Onderstaande afbeelding toont de positie in de vorm van een diagram, baseer u op de werkelijke foto’s) ⑤ ⑥ ④ ③ ② ① ⑦ ① Hoofdbedieningspaneel ④ FC-inductantie ⑦ Aansluitterminaal klant ② DC-filterbord ⑤ Transformator ③ IPM & PFC-modulebord ⑥...
Pagina 8
4. Hoofdbedieningspaneel (de afbeelding is slechts ter referentie) Stroom L 18. DC-ventilator stroomtoevoerpoort 2. Stroom N 19. Poort voor gelijkstroomventilator Preliminaire laadrelais (rectificatie brugpoort 1) 20. Afstandsbedieningspoort Inlaatrectificatie bruglijn (rectificatie brugpoort 2) 21. Schakelaar geforceerde koeling 5A-zekering 22. Controleschakelaar parameters Naar IPDU 23.
Pagina 9
2. Hoofdbedieningspaneel (de afbeelding is slechts ter referentie) Uitgangspoort voor transformator Ingangspoort voor bruggelijkrichter L Poort voor T-in/ Tb1/T-uit/Tb2-temperatuursensor 8A-zekeringsbuis Opmerking: T-in: waterinlaattemp. T-uit: wateruitlaattemp. Tb1 Poort voor solenoïde klep (gereserveerd) Temp. 1 van plaatwarmtewisselaar Poort voor uitlaatklep elektrische verwarming Tb2 Temp.
Pagina 10
3. PFC&IPM-modulebord (de afbeelding is slechts ter referentie) 1 Uitgangspoort voor +18V 2. Ingangspoort P voor IPM 3. Stroomtoevoerpoort W van de compressor 4. Stroomtoevoerpoort V van de compressor 5. Stroomtoevoerpoort W van de compressor 6. PFC uitgang N 7. PFC uitgang P 8.
Pagina 11
2. Hoofdbedieningspaneel (de afbeelding is slechts ter referentie) 1. Ingangspoort voor stroomtoevoerschakelaar 14. Afstandsbedieningspoort 2. Poort voor onderhoud 15. Poort voor elektrische expansieklep 3. Verbindingspoort voor bedienings- en informatiepaneel 16. Poort voor AC- 220V stroomtoevoerpoort 4. Poort voor T-in/ Tb1/T-uit/Tb2 temperatuursensor 17.
Pagina 12
3. IPM-modulebord (de afbeelding is slechts ter referentie) Uitgangspoort voor +15V 5. Compressoraansluiting poort V 2. Communicatiepoort naar het 6. Compressoraansluiting poort U hoofdbedieningspaneel 7. IPM-ingang P 3. IPM-ingangspoort N 8. Poort voor stroomtoevoer van schakelaar 4. Compressoraansluiting poort W 4.
INSTALLATIE VAN HET TOESTEL 5.1 VOOR DE INSTALLATIE Voor de installatie Controleer het model en het serienummer van het toestel. Hantering Vanwege de grote afmetingen en het zware gewicht, dient het toestel alleen te worden gehanteerd met hefgereedschappen met banden. De banden kunnen worden geplaats in de daarvoor speciaal gemaakte inkepingen in het basisframe.
■ Installeer, om blootstelling aan wind te voorkomen, het toestel met de suctiezijde naar de muur. ■ Installeer het toestel nooit op een plaats waar de suctiezijde direct blootgesteld kan worden aan wind. ■ Installeer, om blootstelling aan wind te voorkomen, een plaat voor de luchtuitlaatzijde van het toestel.
5.3.1 Verplaatsen en installeren 5.3.2 Wateruitlaat Wees voorzichtig wanneer u het toestel optilt met de band. De condensatiewateruitlaten op de chassis voor de selectie Het zwaartepunt bevindt zich niet altijd in het midden. zoals getoond in onderstaande afbeelding: 5/7kW Pak de inlaat van het buitentoestel niet beet om vervorming te vermijden.
5.4 Voorbeelden van typische toepassingen Onderstaande voorbeelden zijn alleen ter illustratie. 5.4. 1 Toepassing 1 Toepassing voor ruimtekoeling en -verwarming met een standaard bediening (of optionele wandbediening) die is aangesloten op het toestel. FCU1 FCU2 FCUn Buitentoestel Balansketel (veldstroomtoevoer) Y-vormig filter 9.1 ontluchtingsklep Uitschakelklep (veldstroomtoevoer) 9.2 afvoerklep...
Pagina 17
5.4.2 Toepassing 2 Toepassing voor alleen verwarming met een standaard bediening (of optionele wandbediening) die is aangesloten op het toestel. De verwarming wordt geleverd via de vloerverwarmingsspiralen. 22 8 FHL2 FHL1 Balansketel 1 Buitentoestel (veldstroomtoevoer) 2 Y-vormig filter 9.1 Ontluchtingsklep Uitschakelklep (veldstroomtoevoer) 9.2 Afvoerklep...
Pagina 18
5.4.3 Toepassing 3 Toepassing voor ruimtekoeling en -verwarming met een standaard bediening (of optionele wandbediening) die is aangesloten op het toestel. De verwarming wordt geleverd via de vloerverwarmingsspiralen en ventilatortoestellen. De koeling wordt alleen via de ventilatort oestellen geleverd. FCU1 FCU2 FCUn FHL1...
Pagina 19
5.4.4 Toepassing 4 Toepassing voor ruimtekoeling en -verwarming met een standaard bediening (of optionele wandbediening) die is aangesloten op het toestel. De verwarming wordt geleverd via de vloerverwarmingsspiralen. De koeling wordt alleen via de ventilatortoestellen geleverd. Een 3- richtingsklep wordt gebruikt om de richting van de waterstroom te veranderen wanneer de bedrijfsmodus wordt gewijzigd. FCU1 FCU2 FCUn...
Pagina 20
5.4.5 Toepassing 5 Verwarmen van een ruimte met een hulpverwarmingsketel (afwisselende werking). Toepassing voor ruimteverwarming via ofwel het toestel ofwel een hulpverwarmingsketel die is aangesloten op het systeem. ■ Het door het toestel bedienbare contact (ook wel ‘toestemmingssignaal voor de hulpverwarmingsketel’ genoemd) is ter plaatse n odig en het wordt aanbevolen dat het signaal wordt bepaald door de buitentemperatuur (thermistor op het buitentoestel).
Pagina 21
Toepassing B Als toepassing B geselecteerd is, dient de bedieningskabel naar de verwarmingsketel ook aangesloten te zijn op de 3-richtingsklep (16). FCU1 FCU2 FCUn Buitentoestel Balansketel (veldstroomtoevoer) Y-vormig filter 9.1 ontluchtingsklep Uitschakelklep (veldstroomtoevoer) 9.2 afvoerklep Wandbediening (optioneel) Expansievat (veldstroomtoevoer) Terugslagklep (veldstroomtoevoer) Pomp 2: externe circulatiepomp (veldstroomtoevoer) Afvoerklep (veldstroomtoevoer) Collector (veldstroomtoevoer)
Controleer het volgende voordat u verder gaat met de installatie van het 5.5 Installatie waterleidingen toestel: ■ De maximale waterdruk mag niet hoger zijn dan 3 bar. ■ De maximale watertemperatuur ºC volgens OPMERKING: veiligheidsinstellingen van het apparaat. ■ Gebruik altijd materiaal dat compatibel is met het water dat in het ■...
■ 2. Controleer of het totale watervolume in het gehele watercircuit Omdat messing een zacht materiaal is, dient lager is dan deze waarde. u het juiste gereedschap te gebruiken voor Als dit niet het geval is, is het expansievat in het toestel te klein de aansluiting op het watercircuit.
5.5.7 Bevuilingsfactoren WAARSCHUWING De aangegeven prestatiegegevens refereren aan omstandigheden met schone verdamperplaten (bevuilingsfactor = 1). Vermenigvuldig ETHYLEEN-GLYCOL EN PROPYLEENGLYCOL ZIJN GIFTIG het cijfer in de prestatietabellen met de coëfficiënt in de volgende tabel voor andere bevuilingsfactoren. De concentraties die in de tabel vermeld staan, zullen bevriezing niet voorkomen, maar voorkomen dat de Bevuilingsfactoren Verdamper...
5.6.3 Elektrische aansluiting ■ Pers gebundelde kabels nooit samen en zorg ervoor dat ze niet De unitaire minikoelers verlaten de fabriek voorzien van in contact komen met de leidingen en scherpe randen. Let erop bedrading en vereisen de installatie van een meerpolige dat er geen externe druk wordt uitgeoefend op de terminale thermische overbelastingsschakelaar,...
Pagina 26
■ Koelen/verwarmen op afstand Elektrische stroomaansluitingen Als schakelaar 2 gesloten is, schakelt het toestel over naar de verwarmingsmodus. Als schakelaar 2 open gaat, schakelt het toestel naar de koelingsmodus. OPMERKING • Uitschakelen op afstand en koelings-/verwarmingsfunctie op afstand is een optionele functie. OPMERKING: •...
4. Stroomspecificaties MODEL 10kW / 12kW 12kW/14kW/16kW fase 1 Fase 1 Fase 1 Fase 3 Fase Stroom- Frequentie en voltage 220-240V~, 50Hz 220-240V~, 50Hz 220-240V~, 50Hz 380-415V~, 50Hz 25/20 Stroombreker//zekering (a) 30/25 30/25 40/35 3x4,0 3x4,0 3x6,0 5x4,0 Stroombedrading (mm2) Aardingsberading (mm2) BELANGRIJK Het type stroomkabel is H07RN-F.
Pagina 28
6.2.1 Constante snelheid hydraulische bedrijfszone Ⅰ,Ⅱ,Ⅲ Constante snelheid ⅠⅡⅢ Constante snelheid Ⅰ Ⅱ Ⅲ 5/7 kW 10~16kW 6.2.2 Diagnose- en oplossing d.m.v. LED-lampje van de pomp De pomp beschikt over een LED-bedrijfsstatusweergave. Dit maakt het de technicus gemakkelijk de oorzaak te zoeken in het geval van een fout in het verwarmingssysteem.
6.2.3 Statische drukval van het toestel 6.2.4 Foutdiagnose op het moment van eerste installatie 5/7kW ■ Als er niets wordt getoond op de gebruikersinterface, is het nodig 70,0 om de volgende abnormaliteiten te controleren voor de diagnose van mogelijke foutcodes. 60,0 ■...
7.2 Aan- en uitzetten van het toestel 7.2.1 Beschrijving iconen Het voorpaneel van het toestel functioneert als een gebruikersinterface en wordt gebruikt om alle handelingen met betrekking tot het toestel uit te voeren. ① ② ③ ④ ⑤ ⑥ ⑧ ⑨...
Icoon Beschrijving Frequentie-eenheid van het toestel Wanneer het bedieningspaneel de frequentie van de compressor toont, is dit icoon constant opgelicht. AAN/UIT-knop en OK-knop 1. Druk op “ ” om de handeling te bevestigen na het instellen. 2. Druk gedurende 3 sec op “ ”...
7.2.3 Functies van gecombineerde toetsen 3. Automatisch blokkeren (ontgrendelen)-functie 1. Geforceerde koeling Als de bediening gedurende 60 seconden niet actief is, blokkeert het Druk gedurende 3 sec tegelijk op “ ” en “ ”in het toetsenbord automatisch. Druk 3 seconden tegelijk op “ ”...
5. Bediening ventilatorsnelheid 7.3 Bedieningskenmerken Voor de juiste werking van het toestel met verschillende 1. Temperatuur instellen in koelingsmodus omgevingstemperaturen, bestuurt microprocessor Bereik: 10~20℃ (standaard:12℃) ventilatorsnelheid op basis van de omgevingstemperatuur, de Als de ingestelde temperatuur tussen de 10~13℃,is, schakelt de condensatie- verdampingstemperatuur compressor...
9. BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR 8.1 Algemene richtlijnen HET GEBRUIKTE KOELMIDDEL Voer, voor het zoeken naar een oplossing, een visuele inspectie uit Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen. Het is verboden van het toestel en kijk naar duidelijke defecten als losse dit gas vrij te laten in de lucht. Koelmiddelstoftype: R-410A. aansluitingen of defecte bedrading.
Technische parameters Model(len) KEM-05 DVN1 Warmtepomp lucht-naar-water: Warmtepomp water-naar-water: Warmtepomp zoutoplossing-naar-water: Lage-temperatuur warmtepomp: Voorzien van een supplementaire verwarming: Warmtepomp combinatieverwarming: Parameters worden opgegeven voor toepassingen voor gemiddelde temperatuur, behalve voor lage-temperatuur warmtepompen. Voor lage-temperatuur warmtepompen worden parameters opgegeven voor de toepassingen voor lage temperatuur. Parameters worden opgegeven voor gemiddelde, koudere en warmere klimaatomstandigheden Item Symbool...
Pagina 39
Technische parameters Model(len) KEM-07 DVN1 Warmtepomp lucht-naar-water: Warmtepomp water-naar-water: Warmtepomp zoutoplossing-naar-water: Lage-temperatuur warmtepomp: Voorzien van een supplementaire verwarming: Warmtepomp combinatieverwarming: Parameters worden opgegeven voor toepassingen voor gemiddelde temperatuur, behalve voor lage-temperatuur warmtepompen. Voor lage-temperatuur warmtepompen worden parameters opgegeven voor de toepassingen voor lage temperatuur. Parameters worden opgegeven voor gemiddelde, koudere en warmere klimaatomstandigheden Item Symbool...
Pagina 40
Technische parameters Model(len) KEM-10 DVN Warmtepomp lucht-naar-water: Warmtepomp water-naar-water: Warmtepomp zoutoplossing-naar-water: Lage-temperatuur warmtepomp: Voorzien van een supplementaire verwarming: Warmtepomp combinatieverwarming: Parameters worden opgegeven voor toepassingen voor gemiddelde temperatuur, behalve voor lage-temperatuur warmtepompen. Voor lage-temperatuur warmtepompen worden parameters opgegeven voor de toepassingen voor lage temperatuur. Parameters worden opgegeven voor gemiddelde, koudere en warmere klimaatomstandigheden Item Symbool...
Pagina 41
Technische parameters Model(len) KEM-12 DVN Warmtepomp lucht-naar-water: Warmtepomp water-naar-water: Warmtepomp zoutoplossing-naar-water: Lage-temperatuur warmtepomp: Voorzien van een supplementaire verwarming: Warmtepomp combinatieverwarming: Parameters worden opgegeven voor toepassingen voor gemiddelde temperatuur, behalve voor lage-temperatuur warmtepompen. Voor lage-temperatuur warmtepompen worden parameters opgegeven voor de toepassingen voor lage temperatuur. Parameters worden opgegeven voor gemiddelde, koudere en warmere klimaatomstandigheden Item Symbool...
Pagina 42
Technische parameters Model(len) KEM-12 DTN Warmtepomp lucht-naar-water: Warmtepomp water-naar-water: Warmtepomp zoutoplossing-naar-water: Lage-temperatuur warmtepomp: Voorzien van een supplementaire verwarming: Warmtepomp combinatieverwarming: Parameters worden opgegeven voor toepassingen voor gemiddelde temperatuur, behalve voor lage-temperatuur warmtepompen. Voor lage-temperatuur warmtepompen worden parameters opgegeven voor de toepassingen voor lage temperatuur. Parameters worden opgegeven voor gemiddelde, koudere en warmere klimaatomstandigheden Item Symbool...
Pagina 43
Technische parameters Model(len) KEM-14 DTN Warmtepomp lucht-naar-water: Warmtepomp water-naar-water: Warmtepomp zoutoplossing-naar-water: Lage-temperatuur warmtepomp: Voorzien van een supplementaire verwarming: Warmtepomp combinatieverwarming: Parameters worden opgegeven voor toepassingen voor gemiddelde temperatuur, behalve voor lage-temperatuur warmtepompen. Voor lage-temperatuur warmtepompen worden parameters opgegeven voor de toepassingen voor lage temperatuur. Parameters worden opgegeven voor gemiddelde, koudere en warmere klimaatomstandigheden Item Symbool Waarde toestel...
Pagina 44
Technische parameters Model(len) KEM-16 DTN Warmtepomp lucht-naar-water: Warmtepomp water-naar-water: Warmtepomp zoutoplossing-naar-water: Lage-temperatuur warmtepomp: Voorzien van een supplementaire verwarming: Warmtepomp combinatieverwarming: Parameters worden opgegeven voor toepassingen voor gemiddelde temperatuur, behalve voor lage-temperatuur warmtepompen. Voor lage-temperatuur warmtepompen worden parameters opgegeven voor de toepassingen voor lage temperatuur. Parameters worden opgegeven voor gemiddelde, koudere en warmere klimaatomstandigheden Item Symbool...