Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Installatie Van Enkele Of Meerdere Waterpompen; Inbedrijfstelling En Configuratie; Eerste Inbedrijfstelling Bij Lage Buitentemperatuur; Aandachtspunten Voorafgaand Aan Proefdraaien - Kaysun KEM-90 DRS5 Gebruikers- En Installatiehandleiding

Dc omvormer luchtgekoelde modulaire koeler
Verberg thumbnails Zie ook voor KEM-90 DRS5:
Inhoudsopgave

Advertenties

8.5.10. Installatie van enkele of
meerdere waterpompen
1) Dip-schakelaar
Zie tabel 8-5 voor details voor de keuze van de DIP-schakelaar
wanneer enkele of meerdere waterpompen zijn geïnstalleerd voor
KEM-30 DRS4.1 en KEM-60 DRS4.1 en KEM-90 DRS5.
Let op de volgende problemen:
a. Als de DIP-schakelaar niet in overeenstemming is, en de foutcode
is FP, dan mag de unit niet in werking worden gesteld.
b. Alleen de hoofdunit heeft het uitgangssignaal van de waterpomp
wanneer een enkele waterpomp is geïnstalleerd, hulpunits hebben
geen waterpompuitgangssignaal.
c. Het stuursignaal van de waterpomp is beschikbaar voor zowel
de hoofdunit als de hulpunits wanneer er meerdere pompen zijn
geïnstalleerd.
2) Installatie van waterleidingsysteem
a. Enkele waterpomp
Bij de installatie van een enkele waterpomp is geen eenrichtingsklep
nodig, zie onderstaande afbeelding.
Unit
Unit
(n-1#)
(1#)
Waterinlaat
Afb. 8-29 Installatie van een enkele waterpomp

9. INBEDRIJFSTELLING EN CONFIGURATIE

9.1. Eerste inbedrijfstelling bij lage buitentemperatuur

Bij de eerste inbedrijfstelling en speciaal wanneer de temperatuur van het water laag is, is het belangrijk dat het water geleidelijk
wordt verwarmd. Doet u dit niet, dan kunnen betonnen vloeren scheuren als gevolg van snelle temperatuurwisselingen. Neem
contact op met de verantwoordelijke aannemer van gietbeton voor verdere details.

9.2. Aandachtspunten voorafgaand aan proefdraaien

1) Nadat de pijpleiding van het watersysteem enkele malen is doorgespoeld, moet worden gecontroleerd of de zuiverheid
van het water aan de eisen voldoet. Het systeem wordt opnieuw met water gevuld en afgetapt, en de pomp wordt opgestart.
Controleer vervolgens of de waterstroom en de druk bij de uitlaat aan de eisen voldoen.
2) De unit wordt 12 uur voor het opstarten aangesloten op de hoofdvoeding, om het verwarmingslint van stroom te voorzien en
de compressor voor te verwarmen. Onvoldoende voorverwarming kan schade aan de compressor veroorzaken.
3) Instelling van de besturingseenheid. Zie de details van de handleiding betreffende de instellingen van de besturingseenheid,
met inbegrip van basisinstellingen zoals de koel- en verwarmingsmodus, handmatige afstel- en automatische afstelmodus en
pompmodus. Onder normale omstandigheden worden de parameters ingesteld rond standaard bedrijfsomstandigheden voor
proefdraaien. Extreme bedrijfsomstandigheden moeten zoveel mogelijk worden voorkomen.
4) Stel de regelaar voor het gewenste debiet op het watersysteem of de inlaatafsluiter van de unit zorgvuldig af, zodat het
waterdebiet van het systeem 90% bedraagt van het waterdebiet dat in de tabel probleemoplossing wordt aangegeven.
Unit
(0#)
Waterpomp
Klem
Tw
Wateruitlaat
b. Meerdere waterpompen
Voor elke unit moet een eenrichtingsklep geïnstalleerd worden
wanneer er meerdere pompen zijn geïnstalleerd. Zie de
onderstaande figuur.
unit
(n-1#)
waterpomp
waterinlaat
Afb. 8-30 Installatie van meervoudige waterpomp
3) Elektrische bedrading
Alleen de hoofdunit vereist bedrading als er een enkele waterpomp
is geïnstalleerd, hulpunits vereisen geen bedrading. Alle hoofdunits
en hulpunits hebben bedrading nodig als er meerdere waterpompen
zijn geïnstalleerd. Voor specifieke bedrading, zie afbeelding 8-18.
31
unit
unit
(1#)
(0#)
1-wegklep
klem
Tw
wateruitlaat

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave