8.5.2. Verbinding van de leiding
De leidingen voor de watertoevoer en -afvoer moeten worden geïnstalleerd en aangesloten zoals aangegeven in de volgende
figuren. Het model KEM-30 DRS4.1 maakt gebruik van een schroefverbinding, terwijl het model KEM-60 DRS4.1 en KEM-90
DRS5 gebruik maken van een beugelverbinding. Voor de specificaties van de waterleidingen en de schroefdraad, zie tabel 8-7
hieronder.
Tabel 8-5
Aansluitmethodes voor
Model
KEM-30 DRS4.1
Schroefverbinding
KEM-60 DRS4.1
Beugelverbinding
KEM-90 DRS5
Beugelverbinding
8.5.3. Ontwerp van de opslagtank in het systeem
kW is de eenheid voor koelvermogen en L is de eenheid voor G, waterdebiet in de formule die de minimale waterstroom telt.
Comfortabele airconditioner
G=koelvermogen×3,5 L
Koelingproces
G=koelvermogen×7,4 L
In bepaalde gevallen (met name bij productiekoelprocessen) is het noodzakelijk om een tank te monteren die is uitgerust met
een afsluitschot op het systeem om kortsluiting te voorkomen. Zie de volgende schema's:
Specificaties van waterleiding
leidingen
Afb. 8-23 aansluitwijze van KEM-30 DRS4.1 pijp
Afb. 8-24 aansluitwijze van KEM-60 DRS4.1 pijp
Afb. 8-25 aansluitwijze van KEM-90 DRS5 pijp
28
Specificaties van schroefdraad
DN40
DN50
DN50
Rc 1 1/4
/
/