5.2.1
Starten
1.
Controleer de PAT op zichtbare beschadigingen en/ of defecten, denk aan de netstekker, het netsnoer etc. Voer
geen metingen uit met een beschadigde of defecte PAT. Zorg, indien nodig, eerst voor vakkundige reparatie.
2.
Zorg ervoor dat zowel testobject als alle meetsnoeren NIET op de PAT zijn aangesloten.
3.
Sluit het netsnoer aan op de netspanning.
4.
U hoort een geluidssignaal en wacht tot er "CHECKSUM CONTR.GOED" op het LCD-scherm verschijnt.
5.
Hierna volgt de systeemdatum, controleer de juistheid van deze datum. Bevestig met de [Ja/Δ] toets of ontken
met de [Nee/∇] toets.
Invoeren van een nieuwe systeemdatum,
- toets [1] gevolgd door [2] in om de dag in te stellen, bevestig met [#],
- toets [1] in om de maand in te stellen, bevestig met [#],
- druk 2 keer een [0] om het jaar in te stellen, bevestig met [#],
- bevestig de systeemdatum met [Ja/Δ].
6.
Druk voor de uitvoering van een nieuwe test de [#] toets.
7.
Voer een uniek (alfa)numeriek nummer in voor het testobject, gevolgd door [#] en bevestig dit met [JA/Δ].
(Het verdient de aanbeveling deze codering numeriek te houden i.v.m. het bedieningsgemak.)
Invoer via het toetsenbord:
Selecteer de numerieke waarden met de [0]-[9] toetsen. Activeer de alfanumerieke waarden met de [CLR/α]
toets en selecteer de letters met de [Ja/Δ] en de [Nee/∇] toetsen. Bevestig de letters met [#]. Bevestig de totale
code met [#] en [Ja/Δ].
Invoer met leespen:
Lees de barcode met de leespen.
Testmethode bepalen:
8.
Wilt u met een testcode meten? Kies [JA/Δ] (testmethode 3), anders [NEE/∇].
9.
Kies na de [NEE/∇] voor een andere testmethode (handmatig of automatisch) en volg de aanwijzingen op het
LCD-display (testmethode 1 & 2).
We onderscheiden dus een viertal testmethoden:
Testmethode 1; handmatig testen (zie paragraaf 5.2.1).
Testmethode 2; automatisch testen (zie paragraaf 5.2.2).
Testmethode 3; automatisch testen met testcode (zie paragraaf 5.2.3).
Testmethode 4; afzonderlijk testen (zie paragraaf 5.2.4).
In de volgende paragrafen worden de testmethoden nader belicht, waarbij we veronderstellen dat de
startprocedure conform deze paragraaf 5.2.1. is uitgevoerd.
Werken met de PAT mag alleen door vakbekwame personen gebeuren (zie 2.1.2).
Open de PAT NOOIT tijdens het testen. Controleer voor iedere meting:
* kabels en testsnoeren op mogelijke beschadigingen;
* de PAT op mogelijke beschadigingen en/ of defecten.
* Als de netstekker is aangesloten op het net, staat de PAT onder spanning.
* Als de checksum controle fout is uitgevoerd, worden bestaande en nieuwe
meetresultaten foutief en onherstelbaar in het geheugen opgeslagen.
* Na iedere ingave op het toetsenbord hoort u een geluidssignaal.
bijv. 12 januari 2000, gaat als volgt:
- Pagina 20 -
Utrecht
Versie 006