Inhoudsopgave
Advertenties
2.5
Algemeen aanzicht van het apparaat
3.
7.
1.
Machinebehuizing
2.
AAN/UIT-schakelaar
3.
Lasstroomdisplay
4.
Positieve en negatieve aansluitpolen voor het lascircuit
5.
Elektrodehouder en laskabel
6.
Werkstukkabel en -klem
7.
Aansluitpunt voor de afstandsbediening voor de lasstroom
2.6
Kabelaansluitingen
Aansluiting op het stroomnet
Het apparaat is voorzien van een 3 meter lange netkabel met stekker. Sluit de voedingskabel
aan op het stroomnet. Deze netkabel met stekker is al geïnstalleerd op het apparaat. Mocht u
een alternatieve stekkertype of stroomkabel nodig hebben, dan dient u de installatie te laten
verrichten door een vakbekwame elektromonteur.
Wanneer u een verlengkabel gebruikt, moet de doorsnede daarvan minimaal even groot zijn
als die van de netkabel aan de machine (3 x 1,5 mm²). Wij adviseren u om een 3 x 2,5 mm²
verlengkabel te gebruiken. De maximale lengte van de verlengkabel bedraagt 100 meter.
Het apparaat kan ook worden gebruikt in combinatie met een generator. Het minimale
vermogen van de generator moet 5,5 kVA zijn. Het aanbevolen vermogen bedraagt 8,5 kVA
om het apparaat met de maximale capaciteit te kunnen inzetten.
Elektrodehouder
Sluit de laskabel aan op de stroombron. Gewoonlijk wordt de laskabel met de
elektrodehouder aangesloten op de positieve pool (elektrode +).
Werkstukkabel
Sluit de werkstukkabel aan op de stroombron. Gewoonlijk wordt de werkstukkabel met
klem aangesloten op de negatieve pool (-). Reinig het werkstukoppervlak en bevestig de
werkstukklem aan het werkstuk om een lascircuit tot stand te brengen.
© Kemppi Oy / 1438
5.
4.
6.
1.
2.
NL
5
Advertenties
Inhoudsopgave
