Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Inleiding; De Jd-Xi Leren Kennen; Het Apparaat In- Of Uitschakelen - Roland JD-Xi Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Inleiding

De JD-Xi leren kennen

Controllergedeelte
Het controllergedeelte is wat u gebruikt om
te performen.
Zo worden de acties van een performer,
zoals "het klavier bespelen", naar het
klankgeneratorgedeelte verzonden, waardoor
geluid wordt voortgebracht.
Het controllergedeelte van de JD-Xi bestaat
uit het klavier, de toonverbuigings- en
modulatiewieltjes, en de paneelknoppen en
-regelaars.
Geluidsgeneratorgedeelte
Het geluidsgeneratorgedeelte creëert het
geluid.
Als antwoord op de performancegegevens
die vanuit het controllergedeelte worden
verzonden, genereert dit gedeelte elektrisch
de golfvorm die de basis vormt van het
geluid, en wijzigt het de helderheid en
de geluidssterkte om een ongelofelijke
verscheidenheid van geluiden voort te
brengen.
Op het geluidsgeneratorgedeelte van de
JD-Xi kunt u de paneelregelaars en -knoppen
gebruiken om verschillende aspecten van het
geluid, zoals de golfvorm, de toonhoogte, de
helderheid en de geluidssterkte, onmiddellijk
te veranderen.
Programma
Een programma bestaat uit vier partijen: Digital Synth 1, Digital Synth 2, Drums en Analog Synth.
Een door u bewerkt programma kan worden opgeslagen als een gebruikersprogramma
(64 programma's in elke geheugenbank E–H).
Klank
U kunt één klank selecteren voor elke partij.
* Voor een analoge-synthesizerklank bestaan de oscillator-, suboscillator- en filtergedeelten uit analoge circuits.
Effectgedeelte
De JD-Xi bevat vier effecteenheden. Effectinstellingen worden opgeslagen binnen elk programma (p. 9).
Arpeggio
Deze functie speelt automatisch een arpeggio overeenkomstig de toetsen die u ingedrukt houdt. Arpeggio-instellingen worden opgeslagen binnen elk programma (p. 6).
Patternsequencer
Met deze functie kunt u performen terwijl patronen van een aantal maten worden teruggespeeld. U kunt ook uw eigen originele patronen creëren en opslaan in een
programma (p. 10).
Systeem
Deze zone slaat systeemparameterinstellingen op die bepalen hoe de JD-Xi werkt (p. 13).

Het apparaat in- of uitschakelen

* Zorg ervoor onderstaande procedure te volgen om alle apparaten
in te schakelen zodra alles correct is aangesloten (p. 3). Wanneer u
apparatuur in de verkeerde volgorde inschakelt, bestaat het risico
op apparaatstoringen of -defecten.
* Verlaag altijd eerst het volume voordat u het apparaat in- of
uitschakelt. Zelfs als u het volume hebt verlaagd, hoort u mogelijk
geluid wanneer u het apparaat in- of uitschakelt. Dit is normaal en
wijst niet op een defect.
1.
Voordat u de JD-Xi inschakelt, moet u de volgende twee vragen
beantwoorden:
5 Zijn uw luidsprekers of uw hoofdtelefoon correct aangesloten?
5 Staat de aangesloten apparatuur uit?
2.
Draai de [Master Volume]-regelaar op het bovenpaneel volledig
naar links.
3.
Zet de [POWER]-schakelaar aan die zich op het achterpaneel van
de JD-Xi bevindt.
* Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit. Nadat u het
apparaat hebt ingeschakeld, duurt het even (enkele seconden)
voordat het normaal werkt.
4.
Zet de aangesloten apparatuur aan en verhoog het volume tot
een geschikt niveau.
4
JD-Xi
Controllergedeelte
Klavier
Regelaar
Wieltje
Systeem
Het apparaat uitschakelen
1.
Voordat u het apparaat uitschakelt, moet u de volgende twee
vragen beantwoorden:
5 Hebt u het volume van de aangesloten apparatuur op het
5 Hebt u zelf gecreëerde geluiden of patronen opgeslagen?
2.
Schakel alle aangesloten audioapparaten uit.
3.
Zet de [POWER]-schakelaar van de JD-Xi uit.
Programma
Geluidsgeneratorgedeelte (4 partijen)/
Effectgedeelte
Digital Synth 1-partij
Digital Synth 2-partij
Drums-partij
Analog Synth-partij
Arpeggio
Patternsequencer
Programma
Geheugenbank Nummer
Vooraf ingesteld
A–D
programma
Gebruikersprogramma E–H
minimumniveau gezet?
Effects
01–64
01–64

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

00201104860020110642

Inhoudsopgave