■ [8-02] Antipendeltijd: bepaalt het minimuminterval tussen
twee verwarmingscycli van het water voor huishoudelijk
gebruik met de warmtepomp.
De echte antipendeltijd zal automatisch schommelen tussen
[8-02] en 0, afhankelijk van de buitentemperatuur. Zie de
afbeelding in hoofdstuk
1
0
1
0
[8-00]
[8-01]
1
Stand verwarmen water voor huishoudelijk gebruik
warmtepomp (1 = actief, 0 = niet actief)
2
Vraag warm water voor warmtepomp
(1 = vraag, 0 = geen vraag)
t
Tijd
AANDACHT
Als de buitentemperatuur hoger is dan de lokale instelling van
parameter [4-02], dan wordt geen rekening gehouden met de
lokale instelling van parameter [8-01], [8-02] en [8-04].
■ [8-03]
Vertraging
opstartvertraging van de werking van de boosterverwarming
wanneer de stand verwarmen van water voor huishoudelijk
gebruik warmtepomp actief is.
AANDACHT
■
Wanneer de warmtepomp actief is in de stand
verwarmen van water voor huishoudelijk
gebruik,
boosterverwarming [8-03].
■
Wanneer de warmtepomp niet actief is in de
stand verwarmen van water voor huishoudelijk
gebruik, is de vertragingstijd 20 min.
■
De
vertragingstimer
inschakeltemperatuur van de boosterver-
warming (T
1
4
0
1
3
0
1
0
1
0
1
Werking boosterverwarming (1 = actief, 0 = niet actief)
2
Stand verwarmen water voor huishoudelijk gebruik
warmtepomp (1 = actief, 0 = niet actief)
3
Vraag warm water voor boosterverwarming
(1 = vraag, 0 = geen vraag)
4
Vraag warm water voor warmtepomp
(1 = vraag, 0 = geen vraag)
t
Tijd
EBHQ006+008BAV3 + EKCBX/H008BAV3
Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW64602-1B – 09.2010
"[8-04]" op pagina
37.
t
[8-02]
boosterverwarming:
bepaalt
is
de
vertragingstijd
van
begint
vanaf
).
BH ON
t
[8-03]
AANDACHT
■
Door de vertraging van de boosterverwarming aan te
passen aan de maximale bedrijfstijd, kan een
optioneel evenwicht tussen energie-efficiëntie en
verwarmingstijd worden gevonden.
■
Als de vertragingstijd van de boosterverwarming te
hoog wordt ingesteld, kan het lang duren voordat het
warm water voor huishoudelijk gebruik de ingestelde
temperatuur bereikt na een vraag om warm water
voor huishoudelijk gebruik.
■
De bedoeling van [8-03] is de boosterverwarming te
vertragen voor wat betreft de bedrijfstijd van de
warmtepomp in de stand verwarmen van water voor
huishoudelijk gebruik.
■
Instelling [8-03] is alleen van belang als instelling
[4-03]=1.
boosterverwarming automatisch voor wat betreft de
bedrijfstijd
verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik.
■
Zorg ervoor dat [8-03] altijd in verband staat met de
maximale bedrijfstijd [8-01].
Voorbeeld: [4-03]=1
Instellingen
energiebesparing
[8-01]
20~60 min
[8-03]
[8-01] + 20 min
de
■ [8-04] Extra bedrijfstijd bij [4-02]/[F-01]: bepaalt de extra
bedrijfstijd
buitentemperatuur [4-02] of [F-01]. Zie onderstaande
afbeelding.
Verwarmen
t
de
[8-01]+
[8-04]
[8-02]
[8-01]
de
0
[5-03]
t
Tijd
T
Buitentemperatuur
A
antipendeltijd
maximale bedrijfstijd
AANDACHT
Het voordeel van [8-04] wordt volledig benut als instelling
[4-03] niet 1 is.
[9] Bereiken instelpunten verwarmen en koelen
Deze lokale instelling is bedoeld om te voorkomen dat de gebruiker
een verkeerde temperatuur voor het uitlaatwater selecteert (nl. te
warm of te koud). Daartoe kunnen het instelbereik van de
verwarmingstemperatuur en het instelbereik van de koeltemperatuur
beschikbaar voor de gebruiker worden geconfigureerd.
OPGELET
■
Bij een toepassing met vloerverwarming is het
belangrijk om de maximale uitlaatwatertemperatuur
bij
het
specificaties van de vloerverwarmingsinstallatie.
■
Bij een toepassing met vloerkoeling is het belangrijk
om de minimale uitlaatwatertemperatuur bij het
koelen (lokale instelling van parameter [9-03]) te
beperken tot 16~18°C om condensatie op de vloer te
voorkomen.
Instelling
[4-03]=0/2/3
van
de
warmtepomp
Instellingen snel
verwarmen (standaard)
30 min
20 min
bovenop
de
maximale
Koelen
t
[8-01]+
[8-04]
[8-02]
[8-01]
0
[4-02]
[F-01]
T
A
verwarmen
te
beperken
Installatiehandleiding
beperkt
de
in
de
stand
bedrijfstijd
bij
35°C
T
A
volgens
de
37