Pompwerking en verwarmen en koelen van ruimten
Afhankelijk van het seizoen kiest de klant op de kamerthermostaat
(T) verwarmen of koelen. Deze keuze is niet mogelijk via de
gebruikersinterface.
Wanneer de kamerthermostaat (T) verwarmen/koelen vraagt, begint
de pomp te werken en wordt de unit (1) in de "verwarmings-
stand"/"koelstand" geschakeld. De unit (1) begint te werken om de
doeltemperatuur van het uitgaande warme/koude water te bereiken.
In de koelstand gaat de gemotoriseerde 2-wegsklep (12) dicht om te
voorkomen dat koud water in de vloerverwarmingslussen (FHL)
wordt gestuurd.
OPGELET
Sluit de thermostaatdraden aan op de juiste aansluitklemmen
(zie
"Aansluiting van de thermostaatkabel" op pagina
configureer de DIP-schakelaars juist (zie
van de installatie van de kamerthermostaat" op pagina
OPGELET
De bedrading van de 2-wegsklep (12) verschilt voor een
NC-klep (normaal gesloten) klep en een NO-klep (normaal
open)! Sluit de juiste aansluitpunten aan zoals aangegeven
in het bedradingsschema.
De
kamerthermostaat
bepaalt
verwarmen/koelen; dit is niet mogelijk met de gebruikersinterface.
Verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik
Verwarming van water voor huishoudelijk gebruik gebeurt zoals
beschreven in
"8.2. Toepassing 2" op pagina
8.4. Toepassing 4
Toepassing voor verwarmen en koelen van ruimten zonder op de
unit aangesloten kamerthermostaat, maar met de kamer-
thermostaat voor alleen verwarmen voor de regeling van de
vloerverwarming en de thermostaat voor verwarmen/koelen voor de
regeling van de ventilatorconvectoren. Verwarmen door middel van
vloerverwarmingslussen en ventilatorconvectoren. Koelen alleen
door middel van de ventilatorconvectoren.
I
1
2
3
4
5
1
Buitenunit
2
Warmtewisselaar
3
Pomp
4
Afsluitklep
5
Verwarmingskit
6
Verdeelstuk (lokaal te voorzien)
8
Omloopklep (lokale levering)
12
Gemotoriseerde 2-wegsklep voor uitschakelen van de
vloerverwarmingslussen tijdens koelen (lokale levering)
13
Gemotoriseerde 2-wegsklep voor activering van de
kamerthermostaat (lokale levering)
FCU1...3
Ventilatorconvector met thermostaat (ter plaatse te
voorzien)
FHL1...3
Vloerverwarmingslus (lokale levering)
T4...6
Individuele kamerthermostaat voor met ventilatorconvector
verwarmde/gekoelde kamer (optie)
T
Kamerthermostaat alleen verwarmen (optie)
C
Stuurkast
I
Gebruikersinterface
EBHQ006+008BAV3 + EKCBX/H008BAV3
Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW64602-1B – 09.2010
"13.2. Configuratie
de
AAN/UIT-instelling
11.
6
C
T4
T5
12
13
FCU1
T
FCU2
6
M
M
FHL1
FHL2
Pompwerking
Zonder op de unit (1) aangesloten thermostaat kan de pomp (3)
worden geconfigureerd om te werken zolang de unit is ingeschakeld,
of tot de vereiste watertemperatuur is bereikt.
Meer informatie over de configuratie van de pomp vindt u in
"13.3. Configuratie van de pompwerking" op pagina
Verwarmen en koelen van ruimten
Afhankelijk van het seizoen kiest de klant via de gebruikersinterface
verwarmen of koelen.
De unit (1) begint te werken in de verwarmings- of koelstand om de
doeltemperatuur van het uitgaande water te bereiken.
Wanneer de unit in de verwarmingsstand staat, is de 2-wegsklep (12)
28) en
open. Warm water wordt zowel naar de ventilatorconvectoren als
naar de vloerverwarmingslussen gestuurd.
29).
Wanneer de unit in de koelstand staat, is de 2-wegsklep (12)
gesloten
om
vloerverwarmingslussen (FHL) wordt gestuurd.
OPGELET
Wanneer meerdere lussen in het systeem door op afstand
gestuurde kleppen worden afgesloten, moet mogelijk een
van
omloopklep (8) worden gemonteerd om te voorkomen dat
de beveiliging met stromingsschakelaar wordt geactiveerd.
Zie ook
OPGELET
De bedrading van de 2-wegsklep (12) verschilt voor een
NC-klep (normaal gesloten) klep en een NO-klep (normaal
open)! Sluit de juiste aansluitpunten aan zoals aangegeven
in het bedradingsschema.
Via de gebruikersinterface wordt de AAN/UIT-instelling van
verwarmen/koelen bepaald.
8.5. Toepassing 5
8
Verwarmen van ruimten met een extra ketel (afwisselende werking)
Verwarmen van ruimten door de Daikin-unit of door een extra ketel
die in het systeem is aangesloten. Een hulpcontact of een door een
EKCB*-binnenunit gestuurd contact bepaalt of de EBHQ*-unit of de
ketel werkt.
T6
Dit hulpcontact kan bijv. een buitentemperatuurthermostaat zijn, een
contact voor dag-/nachtstroomtarief, een handbediend contact, enz.
Raadpleeg
"Lokale bedrading configuratie A" op pagina
FCU3
Het door de EKHB*-unit gestuurde contact (ook bekend als
"toelatingssignaal voor de extra ketel") wordt bepaald door de
buitentemperatuur (thermistor aan de buitenunit). Zie
bedrading configuratie B" op pagina
Bivalente werking is alleen mogelijk voor het verwarmen van ruimten,
en niet voor het verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik.
Warm water voor huishoudelijk gebruik wordt in een dergelijke
FHL3
toepassing altijd geleverd door de tank voor warm water voor
huishoudelijk gebruik die op de Daikin-unit is aangesloten.
De extra ketel moet in de leidingen en in de lokale bedrading worden
opgenomen volgens de onderstaande afbeeldingen.
te
voorkomen
dat
koud
"8.2. Toepassing 2" op pagina
14.
30.
water
in
de
11.
14.
"Lokale
Installatiehandleiding
13