Installatiehandleiding EBHQ006BAV3 EKCBX008BAV3 Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem EBHQ008BAV3 EKCBH008BAV3 12. Werk aan de elektrische bedrading ......... 22 NHOUD Pagina 12.1. Voorzorgsmaatregelen bij werk aan de elektrische bedrading ..22 1. Definities ..................2 12.2. Buitenunit – Interne bedrading – Tabel met onderdelen....22 12.3.
Levering door opdrachtgever: 1.1. Betekenis van de waarschuwingen en symbolen Niet door Daikin geleverde apparatuur die geïnstalleerd dient te worden volgens de richtlijnen in deze handleiding. De waarschuwingen zijn in deze handleiding geordend volgens hun zwaarte en kans op voorkomen.
Pagina 5
■ Vraag aan uw dealer of aan bevoegd personeel om de ■ Raak de koelmiddelleidingen niet aan tijdens en montagewerkzaamheden uit te voeren. onmiddellijk na gebruik aangezien zij dan warm of koud Monteer de machine niet zelf. kunnen zijn, afhankelijk van de staat van het koelmiddel Een slechte montage kan lekken of elektrische schokken in de koelmiddelleidingen, de compressor en andere of brand veroorzaken.
■ als met koelen. De units kunnen worden gecombineerd met Kit digitale I/O-printplaat (optie) ventilatorconvectoren van Daikin, vloerverwarmingstoepassingen, Een optionele EKRP1HB digitale I/O-printplaat kan op de binnenunit worden aangesloten en maakt het volgende mogelijk: radiatoren op lage watertemperaturen, een tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik (optie) en een zonnekit (optie).
CCESSOIRES VERZICHT VAN DE UNIT 4.1. Locatie van de accessoires 5.1. Openen van de buiten- en binnenunit ■ Openen van de buitenunit toegang krijgen unit, moeten onderhoudspanelen worden geopend zoals getoond in de onderstaande afbeelding 4.2. Accessoires geleverd bij de buitenunit Installatiehandleiding Gebruiksaanwijzing Afsluitklep (2x)
■ Openen van de binnenunit 5.2. Hoofdonderdelen van de buiten- en de binnenunit Om toegang te krijgen tot de unit, moet het voorste deksel worden geopend zoals getoond in de onderstaande figuur Watersysteem buitenunit Schakelkast De schakelkast bevat aansluitklemmen voor de voeding en een aansluitpunt voor de verbindingskabel van de thermistor.
Binnenunit Schakelkast binnenunit 10 11 X13A Binnenunit Gebruikersinterface gemonteerd op het binnenste voorpaneel Ingang lokale bedrading X14M De gebruikersinterface moet worden gemonteerd op het EKCB voorpaneel, zodat de installateur en gebruiker de unit kunnen instellen, gebruiken en onderhouden. 6 12 6 Ingang lokale bedrading is erop voorzien om de lokale bedrading te monteren en aan te sluiten op de klemmen in de Hoofdprintplaat...
5.4. Functioneel schema van het hydraulische EUZE VAN DE INSTALLATIEPLAATS buitengedeelte WAARSCHUWING 11 12 13 14 15 Neem gepaste maatregelen om te voorkomen dat kleine dieren gaan nestelen in de EBHQ-buitenunit. Kleine dieren die in contact komen met elektrische onderdelen kunnen storingen, rook of brand veroorzaken. Deel aan de klant mee dat het zeer raadzaam is om de R12T R11T...
■ ■ Plaats de uitlaatzijde in de juiste hoek in de richting van de Selecteer de locatie van de unit op zo'n manier dat het geluid dat wordt geproduceerd door de unit niemand stoort. Houd bij de wind. selectie van de locatie ook rekening met de geldende wetgeving. Hoewel het geluid dat wordt geproduceerd door de unit tijdens Sterke wind de werking, beperkt is, is het beter deze niet te installeren op...
■ Installatie bij een muur of obstakel 7.2. Afmetingen van de binnenunit Als er een muur of ander obstakel in de weg zit van de luchtinlaat of de uitgaande luchtstroom, moeten de afstanden aangegeven op de onderstaande figuren worden nageleefd. De muurhoogte aan uitlaatzijde mag maximaal 1200 mm bedragen.
7.4. Ruimte voor onderhoud van de binnenunit Werking van de unit en verwarmen van ruimten Wanneer er een kamerthermostaat (T) is aangesloten op de unit en wanneer er een verwarmingsverzoek komt van de kamerthermostaat, zal de unit beginnen te werken om de doeltemperatuur van het uittredend water die is ingesteld via de gebruikersinterface, te bereiken.
Verwarmen van ruimten 8.3. Toepassing 3 De unit (1) zal werken om de op de gebruikersinterface ingestelde Toepassing voor verwarmen en koelen van ruimten met de op de unit doeltemperatuur van het uitgaand water te bereiken. aangesloten voor verwarmen/koelen ingestelde kamerthermostaat. Verwarmen door middel van vloerverwarmingslussen en ventilator- OPGELET convectoren.
8.5. Toepassing 5 Verwarmen van ruimten met een extra ketel (afwisselende werking) Verwarmen van ruimten door de Daikin-unit of door een extra ketel die in het systeem is aangesloten. Een hulpcontact of een door een EKCB*-binnenunit gestuurd contact bepaalt of de EBHQ*-unit of de ketel werkt.
Pagina 16
1 2 3 4 X1 X2 FHL1 FHL2 FHL3 Gemotoriseerde 3-wegsklep Ketel Boiler EKRTW* ■ Daikin kan niet aansprakelijk worden gehouden voor thermostat input onjuiste of onveilige situaties in het ketelsysteem. Boiler Input ketelthermostaat thermostat input Kamerthermostaat koelverzoek (optie) Kamerthermostaat verwarmingsverzoek (optie)
Daikin biedt alleen een besturingsfunctie met dubbele instelpunten. Veelvuldig omschakelen kan al snel corrosie van de Deze functie maakt twee instelpunten mogelijk. Afhankelijk van de ketel veroorzaken.
(bijv. een te hoge watertemperatuur naar de vloerverwarmings- lussen, enz.). ■ Daikin levert geen enkel type mengstation. Besturing OPGELET met dubbel instelpunt biedt alleen de mogelijkheid om Raak om letsel te voorkomen de luchtinlaat of de twee instelpunten te gebruiken.
9.3. Uitpakken 9.4. Installatie van de unit Buitenunit Installatie van de buitenunit ■ Raadpleeg bij het installeren van de buitenunit "6. Keuze van de OPGELET installatieplaats" op pagina 8 om de geschikte plaats te kiezen. Raak om letsel te voorkomen de luchtinlaat of de ■...
Sluit 16 van de X2M aan op P1 van de stuurkastklem van de Installatie binnenunit gebruikersinterface en sluit 16a aan op P2. Raadpleeg bij het installeren van de binnenunit "6. Keuze van de AANDACHT installatieplaats" op pagina 8 om de geschikte plaats te kiezen. ■...
10. L Bepaal aan de hand van de onderstaande tabel en instructies of EIDINGAANSLUITINGEN het totale watervolume in de installatie kleiner is dan het maximaal toegelaten watervolume. 10.1. Controle van het watercircuit Hoogte- Watervolume verschil De units zijn uitgerust met een waterinlaat en -uitlaat die worden installatie ≤...
Indien een stroomonderbreking zich kan voordoen op momenten ■ Gebruik uitsluitend zuivere leidingen. dat de unit onbewaakt is, raadt Daikin aan om glycol toe te voegen aan het watersysteem. Zie Opgelet: "Corrosie van het ■...
10.6. Water vullen OPGELET Sluit de watertoevoer aan op een aftap- en vulkraan (zie Corrosie systeem omwille "5.2. Hoofdonderdelen van de buiten- en de binnenunit" op aanwezigheid van glycol pagina Ongebonden glycol verandert in een zuur onder invloed Zorg ervoor dat de automatische ontluchtingsklep open staat van zuurstof.
12. W 12.2. Buitenunit – Interne bedrading – Tabel met ERK AAN DE ELEKTRISCHE BEDRADING onderdelen Bekijk de zelfklever met bedradingsschema op de bovenplaat van de 12.1. Voorzorgsmaatregelen bij werk aan buitenunit. De gebruikte afkortingen hebben de volgende betekenis: de elektrische bedrading A3P,A4P ....
OPMERKINGEN 12.5. Routering DIT BEDRADINGSSCHEMA IS ENKEL VAN TOEPASSING OP DE BUITENUNIT WAARSCHUWING BEDIEN DE UNIT NIET DOOR EEN BEVEILIGINGSTOESTEL ■ KORT TE SLUITEN Het is belangrijk om de bedrading voor hoogspanning, laagspanning en de voeding gescheiden te houden. OUTDOOR UNIT....Buitenunit Om elektrische storing te voorkomen dient de afstand INDOOR UNIT.......Binnenunit tussen beiden overal minimaal 25 mm te bedragen.
Routing thermistorverbindingskabel (LV) Voorzorgen bij het bedraden van de elektrische voeding en het leggen en aansluiten van de bedrading tussen de units WAARSCHUWING ■ Gebruik ronde spanklemmen om de kabels op de aansluitklemmen van de elektrische voeding aan te sluiten. Indien dit door omstan- Een kabelgoot of ander middel om elektrische bedrading te digheden niet mogelijk is, volg dan zeker de volgende richtlijn.
Mogelijke types voeding met kWh-voordeeltarief Aansluiting op een voeding met kWh-voordeeltarief Mogelijke aansluitingen en vereisten om de apparatuur aan te sluiten Elektriciteitsmaatschappijen overal ter wereld doen hard hun best om op een dergelijke voeding ziet u in de onderstaande afbeeldingen: een stabiele elektriciteitsdienst te leveren tegen een concurrentiële [D-01]=1 [D-01]=2...
BLK......Zwart OPGELET BLU ......Blauw ■ Installaties met een voeding met kWh-voordeeltarief BRN......Bruin die de stroom volledig uitschakelen, zoals hierboven GRN ......Groen afgebeeld als types 2 en 3, zijn niet toegestaan voor GRY......Grijs deze toepassing omdat de waterbevriezingspreventie ORG ......
12.8. Vereisten voor lokale bedrading binnenunit 12.9. Routering Raadpleeg voor het kiezen en op maat maken de geldende lokale en WAARSCHUWING nationale voorschriften. De informatie in de onderstaande tabel is daarop gebaseerd: Het is belangrijk om de bedrading voor hoogspanning, laagspanning en de voeding gescheiden te houden.
Aansluiting van de thermostaatkabel Aansluiting van de klepbesturingskabels De aansluiting van de thermostaatkabel hangt af van de toepassing. Klepvereisten ■ Voeding: 230 V wisselstroom Zie ook "8. Voorbeelden van typische toepassingen" op pagina 11 ■ "13.2. Configuratie van de installatie van de kamerthermostaat" op Maximaal opgenomen amperage: 100 mA pagina 29 voor...
13. O PSTARTEN EN CONFIGUREREN OPGELET ■ Wanneer de kamerthermostaat op de binnenunit is De configuratie van de buiten- en binnenunit door de installateur dient aangesloten, zijn de weektimers voor verwarmen en te zijn afgestemd op de omgeving van de installatie (buitenklimaat, koelen nooit beschikbaar.
13.3. Configuratie van de pompwerking 13.4. Configuratie installatie van de tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik AANDACHT ■ Wanneer geen tank voor warm water voor Om de pompsnelheid in te stellen, zie "13.8. Pompsnelheid huishoudelijk gebruik is geïnstalleerd, moet instellen"...
Aarding 13.9. Lokale instellingen Controleer of de aardingskabels goed zijn aangesloten en de De configuratie van de unit door de installateur dient te zijn aardingsklemmen stevig zijn vastgemaakt. afgestemd op de omgeving van de installatie (klimaat, geïnstalleerde Interne bedrading opties, enz.) en de vraag van de gebruiker. Daartoe zijn er enkele Controleer of er geen losse aansluitingen of beschadigde zogenaamde lokale instellingen beschikbaar.
[2] Desinfecteringsfunctie Gedetailleerde beschrijving Alleen van toepassing op installaties met een tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik. [0] Gebruikersniveau De desinfecteringsfunctie desinfecteert de tank voor warm water voor Indien nodig kunnen sommige knoppen van de gebruikersinterface voor de gebruiker geblokkeerd worden. huishoudelijk gebruik door het water voor huishoudelijk gebruik regelmatig tot op een bepaalde temperatuur te verwarmen.
Pagina 35
[3] Automatische herstart Werking boosterverwarming Bij herstelling van de stroomvoorziening na een onderbreking van de Alleen van toepassing op installaties met een tank voor warm water voeding worden door de automatische herstartfunctie de instellingen voor huishoudelijk gebruik. van de gebruikersinterface van vóór de onderbreking van de voeding De werking van de boosterverwarming kan worden geactiveerd of hersteld.
Pagina 36
AANDACHT AANDACHT ■ Wanneer instelling [4-03]=1/2/3, kan de werking Als de werking van de boosterverwarming beperkt is van de boosterverwarming ook nog door de ([4-03]=0) en de buitentemperatuur T lager is dan de weektimer worden beperkt. D.w.z. u kunt dan lokale instelling waar parameter [5-03] is op ingesteld instellen wanneer de boosterverwarming de en [5-02]=1, wordt het water voor huishoudelijk...
Pagina 37
uitschakeltemperatuur warmtepomp, AANDACHT inschakeltemperatuur van de warmtepomp en het verband met de lokale instellingen [6-00] en [6-01] worden verklaard in de Als de weektimer voor de boosterverwarming (zie de onderstaande afbeelding. gebruiksaanwijzing) actief is, werkt de boosterverwarming ■ [6-00] alleen als deze weektimer dit bepaalt. Start: temperatuurverschil inschakel-...
Pagina 38
■ [7-01] Hysteresewaarde boosterverwarming: temperatuur- AANDACHT verschil dat de inschakeltemperatuur van de boosterverwarming bepaalt (T ). T – [7-01] BH ON BH ON HP OFF Wanneer besturing met dubbel instelpunt geactiveerd is, moet selectie verwarmen/koelen altijd AANDACHT gebruikersinterface worden gemaakt. De minimumwaarde voor de inschakeltemperatuur van de boosterverwarming (T ) ligt 2°C (vast)
Pagina 39
■ [8-02] Antipendeltijd: bepaalt het minimuminterval tussen AANDACHT twee verwarmingscycli van het water voor huishoudelijk gebruik met de warmtepomp. ■ Door de vertraging van de boosterverwarming aan te De echte antipendeltijd zal automatisch schommelen tussen passen aan de maximale bedrijfstijd, kan een [8-02] en 0, afhankelijk van de buitentemperatuur.
Pagina 40
■ [9-02] Bovenste limiet koelinstelpunt: maximale Daikin is niet aansprakelijk voor eventuele schade die uitlaatwatertemperatuur voor koelwerking. ontstaat wanneer dit voorschrift niet wordt nageleefd. ■ [9-03] Onderste limiet koelinstelpunt: minimale uitlaatwatertemperatuur voor koelwerking.
Pagina 41
■ [d-01] Aansluiting unit op voeding met kWh-voordeeltarief: [F] Instelling optie Bepaalt of de buitenunit op een voeding met kWh- Pompwerking voordeeltarief is aangesloten. Als [d-01]=0, is de unit aangesloten op een normale voeding De lokale instelling van de pompwerking geldt alleen voor de logica (standaardwaarde).
13.10.Tabel lokale instellingen Instelling installateur verschilt van standaardwaarde Eerste Tweede Standaard- code code Naam instelling Datum Waarde Datum Waarde waarde Bereik Stap Unit Gebruikersniveau Gebruikersniveau — Weersafhankelijk instelpunt Lage omgevingstemperatuur (Lo_A) –10 –20~5 °C Hoge omgevingstemperatuur (Hi_A) 10~20 °C Instelpunt bij lage omgevingstemperatuur (Lo_Ti) 25~55 °C Instelpunt bij hoge omgevingstemperatuur (Hi_Ti)
Pagina 43
Instelling installateur verschilt van standaardwaarde Eerste Tweede Standaard- code code Naam instelling Datum Waarde Datum Waarde waarde Bereik Stap Unit Bereiken instelpunten verwarmen en koelen Bovenste limiet instelpunt verwarmen 37~55 °C Onderste limiet instelpunt verwarmen 15~37 °C Bovenste limiet instelpunt koelen 18~22 °C Onderste limiet instelpunt koelen...
14. U 14.2. Testbedrijf (handmatig) ITVOEREN VAN EEN TEST EN EINDCONTROLE Indien vereist, kan de installateur op een moment naar keuze een handmatig testbedrijf laten uitvoeren om de werking van het koelen, De installateur is verplicht om de goede werking van de binnen- en verwarmen en verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik te de buitenunit te controleren na de installatie.
16. O NDERHOUD EN SERVICE WAARSCHUWING ■ Raak de koelmiddelleidingen niet aan tijdens en 16.1. Inleiding onderhoud onmiddellijk na gebruik aangezien zij dan warm of koud kunnen zijn, afhankelijk van de staat van het Om een optimale werking van de unit te verzekeren dient u op koelmiddel in de koelmiddelleidingen, de compressor geregelde tijdstippen, bij voorkeur jaarlijks, de unit te controleren.
Bij gebruik van glycol WAARSCHUWING (Zie de waarschuwing bij "10.5. Het watercircuit tegen vorst beschermen." op pagina ■ Raak de koelmiddelleidingen niet aan tijdens en Registreer de glycolconcentratie en de pH-waarde in het onmiddellijk na gebruik aangezien zij dan warm of systeem minstens een keer per jaar.
Symptoom 3: De pomp maakt lawaai (cavitatie) OGELIJKE OORZAKEN AT TE DOEN Een te grote capaciteit van de Controleer of de lokale instellingen OGELIJKE OORZAKEN AT TE DOEN warmtepomp wordt gebruikt voor het van de voorrangstemperatuur voor Er zit lucht in het systeem. Ontlucht het systeem.
Storings- Storings- code Oorzaak van de storing Wat te doen code Oorzaak van de storing Wat te doen Uitlaatwatertemperatuur • Controleer het schakelcontact van Defect druksensor Neem contact op met uw plaatselijke van binnenunit te hoog verdeler. de elektrische backupverwarming (>65°C) op kortsluiting.