OPMERKINGEN
1
DIT BEDRADINGSSCHEMA IS ENKEL VAN TOEPASSING
OP DE BUITENUNIT
4
BEDIEN DE UNIT NIET DOOR EEN BEVEILIGINGSTOESTEL
KORT TE SLUITEN
OUTDOOR UNIT...................Buitenunit
INDOOR UNIT.......................Binnenunit
HYDRO MODULE .................Hydromodule
COMPRESSOR MODULE ....Compressormodule
OPTION.................................Optie
FIELD WIRING ......................Lokale bedrading
PCB .......................................PCB
WIRE COLOUR.....................Bedradingskleur
FIELD SUPPLY......................Ter plaatse te voorzien
POWER SUPPLY ..................Voeding
(OUTDOOR)..........................(Buitenshuis)
(DISCHARGE).......................(Afvoer)
(CONDENSOR).....................(Condensor)
ONLY FOR *** OPTION.........Alleen voor *** optie
AANDACHT
Het bedradingsschema op de buitenunit geldt alleen voor
de buitenunit.
Zie
voor
de
binnenunit
componenten het bedradingsschema van de binnenunit.
12.3. Overzicht lokale bedrading
De lokale bedrading bestaat uit de voeding (altijd inclusief aarding)
en de binnen-buitencommunicatiebedrading (=transmissie).
12.4. Eisen
De elektrische voeding dient beveiligd te worden met de vereiste
veiligheidsapparaten: een hoofdschakelaar of ander onderbrekingsmiddel,
een trage zekering op elke fase en een aardlekbeveiliging.
Raadpleeg voor het kiezen en op maat maken van de bedrading de
geldende lokale en nationale voorschriften. De informatie in de
onderstaande tabel is daarop gebaseerd:
Tabel: selectie en afmeting van bedrading
Kabel-
(a)
Item
bundel
Beschrijving
1
PS
Voeding
2
HV
Besturingssignalen
binnenunit
3
HV
Besturingssignalen
binnenunitpomp en -
verwarming
4
LV
Doorverbindingskabel
thermistor (geleverd met
de buitenunit)
(a) PS = Voeding
HV = Hoge spanning
LV = Lage spanning
Tabel: selectie voedingskabel
Model
Nominale spanning
(a)(b)
EBHQ+EKCB
1x 203 V
(a) Apparatuur conform met EN/IEC
(b) Deze apparatuur is conform met EN/IEC
de systeemimpedantie Z
sys
tussen de voeding van de gebruiker en het openbare systeem. Het behoort tot
de verantwoordelijkheid van de installateur of de gebruiker van de apparatuur om
ervoor te zorgen, indien nodig in overleg met de distributienetwerkbeheerder,
dat de apparatuur alleen wordt aangesloten op een voeding met een
systeemimpedantie Z
die kleiner dan of gelijk aan Z
sys
(1) Europese/Internationale Technische Norm die de beperkingen vastlegt
voor harmonische stromen geproduceerd door apparatuur die is
aangesloten op openbare laagspanningssystemen met een
ingangsstroom >16 A en ≤75 A per fase.
(2) Europese/Internationale Technische Norm die de beperkingen vastlegt
voor spanningsveranderingen, spanningsschommelingen en flikkeren in
openbare laagspanningssystemen voor apparatuur met een nominale
stroom ≤75 A.
EBHQ006+008BAV3 + EKCBX/H008BAV3
Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW64602-1B – 09.2010
of
optionele
elektrische
Vereist
Maximaal
aantal
opgenomen
geleiders
amperage
2 + GND
18 A
3 + GND
Minimale
kabeldoorsnede
2,5 mm
4
Minimale
kabeldoorsnede
0,75 mm
8
Geleverd met
de buitenunit
Maximaal opgenomen
Z
amperage
18 A
0.42 Ω
61000-3-12(1)
61000-3-11(2)
op voorwaarde dat
kleiner dan of gelijk is aan Z
op het interfacepunt
max
is.
max
12.5. Routering
WAARSCHUWING
■
■
De buitenunit heeft 2 openingen aan de
achterkant voor ingang lokale bedrading.
Gebruik de juiste opening om de voeding,
hoogspanningsbedrading en laagspannings-
bedrading door te leiden zoals afgebeeld in
de figuur.
Routing voedingskabel (PS)
1.
Leid de voedingsdraad doorheen de opening voor de
hoogspanning/voeding (HV/PS) aan de achterkant van de
buitenunit.
2.
Leid de voedingsbedrading naar de schakelkast bovenaan de
buitenunit.
3.
Bescherm de voedingsbedrading met een kabelbinder rond het
2
frame om ze verwijderd te houden van de leidingen zoals
afgebeeld in de bovenstaande figuur.
2
Routing besturingssignaal (HV)
1.
Leid de besturingssignaalbedrading doorheen de opening voor
de hoogspanning/voeding (HV/PS) aan de achterkant van de
buitenunit.
2.
Leid de besturingssignaalbedrading naar de schakelkast
bovenaan de buitenunit.
3.
Bescherm de besturingssignaalbedrading met een kabelbinder
max
rond het frame om ze verwijderd te houden van de leidingen
zoals afgebeeld in de bovenstaande figuur. Hou een afstand van
minimum 25 mm vrij van de voedingsdraad.
Het is belangrijk om de bedrading voor hoogspanning,
laagspanning en de voeding gescheiden te houden.
Om elektrische storing te voorkomen dient de afstand
tussen beiden overal minimaal 25 mm te bedragen.
Bescherm de lokale bedrading zodat deze nooit
in contact komt met een van de leidingen.
LV
LV
LV
HV
HV
HV
LV PS HV
LV
HV
PS
PS
PS
PS
Installatiehandleiding
23