2. Selecteer de röntgenkamer waar de DR-detector wordt gebruikt.
Op het NX-werkstation wordt een dialoogvenster weergegeven om de
registratie te bevestigen.
De DR-detector is geconfigureerd om verbinding te maken met het
geselecteerde NX-werkstation.
Bijbehorende links
DR-detectorkabel
Configuratie
op bladzijde 19
op bladzijde 13
DX-D 40C, DX-D 40G | Geavanceerde werking | 95
0290B NL 20190401 1627