Inhoudsopgave
Advertenties
36 | DX-D 40C, DX-D 40G | Inleiding tot de DR-detector
Draadloze communicatie
Draadloze communicatie wordt via het draadloze toegangspunt tot stand
gebracht tussen de interne draadloze module van de DR-detector en het NX-
werkstation. De DR-detector voldoet aan IEEE 802.11n (2,4 GHz/5 GHz). De
beschikbare frequentieband varieert afhankelijk van de lokale radiowetgeving
en de systeemvereisten. De frequentieband (kanaal) van de DR-detector wordt
tijdens de installatie geselecteerd.
Draadloze communicatie in de bucky
In een configuratie met communicatie via de interne draadloze adapter van
het werkstation kunnen de eigenschappen van draadloze communicatie, zoals
de doorvoercapaciteit en de werkafstand, verminderen als de DR-detector in
de bucky zit.
Voor toepassingen waarbij de bucky wordt gebruikt, is het zeer raadzaam een
extern toegangspunt te installeren.
0290B NL 20190401 1627
Opmerking: Het gebruik van meerdere apparaten die gebruik
maken van dezelfde frequentieband (kanaal) kan interfereren met
draadloze communicatie en leiden tot een afname van de
transmissiesnelheid.
Opmerking: Raadpleeg de systeemtechnicus of bevoegd personeel
ter plaatse voordat u andere draadloze apparatuur introduceert in
dezelfde omgeving als die waarin de DR-detector staat opgesteld.
Opmerking: Plaats geen obstakels in het pad van het draadloze
toegangspunt of van de antenne in de interne draadloze module of
de DR-detector. Anders kunnen de eigenschappen van de draadloze
communicatie, zoals de doorvoer en de operabele afstand, mogelijk
afnemen.
Opmerking: Het verzenden van de beeldgegevens naar het NX-
werkstation duurt een aantal seconden. Blijf, na het maken van
een belichting, met de detector in de directe omgeving van het
draadloze toegangspunt totdat het beeld beschikbaar is op het NX-
werkstation.
Advertenties
Inhoudsopgave
